Gepubliceerd 2017
Herzien 13 juni 2022
śrī śrī guru gaurāṅgau jayataḥ!
Sri Bhaktivedanta Vamana Gosvami Maharaja
In de geschriften is de glorie van de guru uitvoerig beschreven. Srila Visvanatha Cakravarti Thakura heeft het volgende geschreven, yasya prasadad bhagavat-prasado Sri Guruvastaka (8) Door de genade van de guru krijgt men de genade van Bhagavan. En als men de genade van de guru niet krijgt, krijgt men nooit de krpa van Bhagavan. In Srimad-Bhagavatam (11.17.27) zegt Sri Krsna, acaryam mam vijaniyan / navamanyeta karhicit Men moet weten, dat de guru de asraya-vigraha is en niet-verschillend is van Mij. Men mag nooit in gebreke blijven van respect aan hem, of fouten aan hem toeschrijven door hem met materiële ogen te beschouwen, want hij is de belichaming van alle halfgoden. Er zijn talloze halfgoden en -godinnen en van hen zijn Brahma, Visnu en Mahesa de belangrijksten. De guru is de belichaming van Brahma, de belichaming van Visnu en ook de belichaming van Mahesa. Hij wordt vergeleken met Brahma, omdat hij - zoals Brahma deze wereld schept - bhakti schept door het zaad van devotie in ons hart te leggen. Visnu is de Instandhouder en gurudeva is degene, die onze bhakti in stand houdt. Zolang we nog niet het stadium van prema hebben bereikt, blijft hij onze toewijding versterken. Als geconditioneerde zielen kunnen we ons niet eens voorstellen, hoeveel moeite hij doet voor zelfs maar één leerling. En zoals Mahesa de vernietiger is, vernietigt guru al onze anarthas en aparadhas. Daarom wordt gezegd, dat de guru de belichaming vormt van alle halfgoden. Er zijn in deze wereld zoveel jivas en hoewel sommigen tot Bhagavan geneigd zijn, hebben de meesten zich tegen Hem gekeerd. Hun intrinsieke gedaante is eeuwige dienaar van Krsna, maar omdat ze dit zijn vergeten, dolen ze rond in het materiële bestaan. Zonder bhakti zullen ze nooit over enig heil beschikken. Daarom daalt Krsna Zelf soms naar deze wereld af, soms neemt Hij verschillende incarnaties aan en soms stuurt Hij Zijn sakti in de gedaante van guru. Anders zou het niet mogelijk zijn, dat jivas ooit enig heil tegemoet kunnen treden. Alleen door bhakti kunnen ze hun hoogste goed bereiken; toch is bhakti niet iets van deze wereld. In de eeuwig geperfectioneerde metgezellen van Krsna is de essentie van de samvit- en hladini-saktis altijd aanwezig in de vorm van prema-bhakti. Totdat de jiva die essentie ontvangt, zal hij nooit enige ware toegenegenheid ontmoeten. De guru is een bewoner van de geetelijke wereld en hij daalt af naar deze wereld. Hij brengt de prema van Goloka Vraja naar deze wereld en geeft het aan geconditioneerde zielen. Een dergelijke grote persoonlijkheid, een eeuwig geperfectioneerde ragatmika toegewijde, die beschikt over vraja-prema en deze naar de wereld brengt, wordt suddha-guru genoemd. Zoals de stroom van de Ganga het water van de Himalaya's naar de oceaan brengt, is er een stroom, die door onze guru-parampara vloeit en bij Krsna Zelf is begonnen en naar de moderne acaryas is gestroomd en nu de hele materiële wereld met krsna-prema bevloeit. Dit is de belangrijkste functie van de guru. Als iemand niet in staat is deze prema te geven, is hij in het geheel geen ware guru. Het vermogen om krsna-prema te geven is het belangrijkte kenmerk van een ware Vaisnava guru. Vandaag vieren we de verschijningsdag van een dergelijke guru, Sri Srimad Bhaktivedanta Vamana Maharaja, die dienst verleent als de huidige acarya van de Sri Gaudiya Vedanta Samiti. Hij werd geboren in 1916 in de provincie Jessore in Oost-Bengalen, dat nu Bangladesh is. Zijn jongensnaam was Santosa en zijn oom van vaders zijde was een van de eerste leerlingen van Srila Bhakisiddhanta Prabhupada's leerling, Nrsimha Maharaja. De moeder van Vamana Maharaja was ook een leerling van Prabhupada en zij was heel strikt; ze disciplineerde zelfs haar echtgenoot. Als haar man verboden voedsel had gegeten, mocht hij van haar het huis niet binnenkomen. De kinderen disciplineerde ze op dezelfde manier. Vamana Maharaja was de oudste van vier zonen en zijn moeder maakte zich zorgen, dat hij door zijn vader werd beïnvloed. Dus toen Vamana Maharaja nog slechts negen jaar oud was, bracht ze hem naar de matha van Prabhupada in Mayapura, waar toen Nrsimha Maharaja was gevestigd. Toen ze daar arriveerden, bracht Nrsimha Maharaja hen naar onze gurudeva, Srila Bhakti Prajnana Kesava Maharaja, die in die tijd tempelpresident was. Vanaf die dag woonde Vamana Maharaja in de matha, ontving harinama inwijding rechtstreeks van Prabhupada en is zijn leven lang een naisthika-brahmacari gebleven. Onze Guru Maharaja zette Vamana Maharaja onmiddellijk op school en zei tegen hem, "Je krijgt van mij een stuk chocola, als jij voor mij één sloka reciteert." Op die manier leerde hij veel slokas uit zijn hoofd en Gurudeva was hem altijd buitengewoon toegenegen. Op die jonge leeftijd leerde Vamana Maharaja hoe hij de Vaisnava's een zitplaats moest aanbieden om prasadam te nemen door hen een blad te geven, waarvan ze konden eten met wat zout en water. En nadat alle Vaisnava's de prasadam hadden geëerd, ruimde hij op en maakte alles schoon. Hij leerde daar ook koken en kon in een minimum van tijd eersteklas offers maken. Na enige tijd verdween Prabhupada uit deze wereld en toen heeft onze Guru Maharaja in 1943 de Gaudiya Vedanta Samiti gesticht. Ik heb me in 1946 bij de missie aangesloten en in die tijd zag ik, hoe Vamana Maharaja alles deed: brieven schrijven, tempel besturen, koken en reizen om te prediken. Samen met mijn godbroeder, Srila Trivikrama Maharaja, ontvingen we sannyasa van Guru Maharaja op Gaura-purnima in 1954. Vamana Maharaja was een groot geleerde, evenals onze Gurudeva. Er werd gezegd, dat hij een woordenboek van slokas was, omdat hij zoveel verzen uit de geschriften kende. Wanneer Gurudeva tijdens zijn lezing wel eens een sloka had vergeten, vulde Vamana Maharaja hem uit zijn geheugen aan. Toen we eens naar Assam waren gegaan om te prediken, verklaarde Gurudeva op moedige wijze, dat de mond van de mensen daar, die vis en vlees aten, de afvoer van een riool is. Een van de sektes daar stond praktisch klaar ons te stenigen en daagden ons uit door te zeggen, "Jullie beweren, dat Caitanya Mahaprabhu Bhagavan Zelf is, maar welk bewijs kunnen jullie daarvoor aanvoeren?" Guru Maharaja richtte zich tot Vamana Maharaja en zei, "Spreek." Toen reciteerde Vamana Maharaja vijftig slokas, de ene na de andere als bewijsvoering uit verschillende geschriften en die mensen werd het zwijgen opgelegd. Guru Maharaja gaf de totale verantwoording voor het redigeren en uitgeven van ons Bengaalse tijdschrift aan Vamana Maharaja. Vanaf zijn jongensjaren bestudeerde Vamana Maharaja de verzen uit Bhagavatam inclusief de commentaren en het resultaat was, dat hij uren lang zonder ophouden over de Vaisnava filosofie kon spreken. Hij was een groot geleerde en een heel zachtaardig persoon. Hij was kinderen zeer toegenegen en sprak met hen over geesten, waar ze dol op waren. Hij trok iedereen aan naar het spirituele leven en zelfs in een gezelschap van geleerden was hij altijd de grootste geleerde. Hij kon de misverstanden van anderen weerleggen, maar hij deed dat op een manier, waarop hij de gevoelens van zijn gehoor spaarde, alsof hij met grote omzichtigheid een chirurgische ingreep uitvoerde. Vamana Maharaja is heel ernstig en rustig, maar hij heeft nog een andere bijzondere kwaliteit: ik heb veel mensen meegemaakt, mezelf ook, die uitleg over de geschriften geven en er plezier in scheppen om daarvoor lofprijzingen van anderen te incasseren. Maar na Vamana Maharaja bijna vijftig jaar te hebben gekend, heb ik hem dit nooit zien doen, zelfs niet per ongeluk. Hij is ook erg tolerant. Alsof hij vergif inneemt en het verteert, zien hij de fouten in anderen, maar zal er nooit over spreken. Hij is zo gedreven om de instructies van Caitanya Mahaprabhu te prediken en heeft ze naar alle dorpen in West-Bengalen en Assam gebracht. Bhagavan heeft in het bijzonder deze grote persoonlijkheid met vele transcendente kwaliteiten begiftigd. VAndaag bid ik tot Srila Vamana Maharaja, dat hij me op genadevolle wijze altijd in zijn schaduw toelaat, waarmee hij me in staat stelt hem altijd te blijven volgen. Ik beschouw hem als mijn siksa-guru, omdat hij me alles, dat ik nodig had, met grote genegenheid heeft gegeven, sinds de dag dat ik tot de missie toetrad.
Referenties |
DIT DOCUMENT IS BESCHIKBAAR IN
PDF
Vorige <=
Een korte biografie van Sri Bhaktivedanta Narayana Gosvami Maharaja
Volgende =>
Sri A.C. Bhaktivedanta Svami Maharaja