15 december 2021
śrī śrī guru gaurāṅgau jayataḥ!
Wees aardig tegen koeien
Het rund heeft een onverbrekelijke relatie met de āryan cultuur, de verfijnde civilisatie, het voorgeslacht en de dharma van India. Runderen vormen het leven van onze cultuur, de essentie van het aanzien van onze samenleving en een onvervreemdbaar onderdeel van onze dharma. Zonder koeien vervallen onze cultuur en wijzelf tot levenloze lichamen. Behalve de āryan cultuur van India zijn alle antieke culturen, beschavingen en rassen van de wereld volkomen weggevaagd. Slechts hun naam is in de annalen van de geschiedenis blijven bestaan. Hoeveel moderne samenlevingen en culturen staan zelfs vandaag de dag nog op de rand van de afgrond en tellen hun laatste uren. Bij nader onderzoek van de grondoorzaak van deze conditie nemen we waar, dat er geen substantiële en eeuwige achting voor die culturen overblijft. De āryan beschaving van India daarentegen krijgt veel substantiële steun en is gebouwd op de onvergankelijke fundering van eeuwige waarheid, sanātana-tattva. Het gevolg ervan is, dat de tegenkrachten, die van tijd tot tijd de kop opsteken om de Indiase cultuur te onderdrukken of te breken, juist zichzelf tot poeder slaan. Tegenwoordig echter vallen zowel eigen inwoners als buitenstaanders uit alle richtingen de fundering van de āryan cultuur aan. Śrīmad-Bhāgavatam (7.4.27) beschrijft de basispilaren van de Indiase āryan cultuur alsvolgt, yadā deveṣu vedeṣu / goṣu vipreṣu
sādhuṣu “Als men afgunstig is op de halfgoden, die de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods vertegenwoordigen, op de Veda’s, die alle kennis schenken, op de koeien, brāhmaṇas, Vaiṣṇava’s, religieuze principes, en uiteindelijk op Mij, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, worden hij en zijn civilisatie zonder uitstel weggevaagd.” Onze primaire
plicht is vertrouwen te hebben en dienstbaarheid te betonen aan runderen, brāhmaṇas, sādhus, Veda’s,
halfgoden, dharma en Bhagavān.
Dit zijn de belangrijkste pilaren van onze cultuur. De persoon, gemeenschap,
ras, of natie, die zich vijandig opstellen tegen deze pilaren, worden snel te
gronde gericht. Tegenwoordig zijn tegen hen in ons eigen land haatdragende acties
aangevangen. Dit is het grootste onheil voor onze natie en onszelf. Tegenwoordig
loopt onze āryan cultuur een
risico. Er wordt een krachtige poging gedaan om alle bovengenoemde pilaren
van onze cultuur te ontwortelen. Vooral het uitermate zondige slachten van
runderen is een vorm van verdorven terrorisme en hamert onze natie nu op het
hoofd. Er worden dagelijks circa 30.000 runderen op wrede wijze omgebracht. ‘Stop het doden van koeien!’ De sādhus –
de vrome en oprechte mensen, die deze oproep uitvaardigen, die afstand houden
van politiek, die onzelfzuchtig zijn en altijd de vurige wens blijven
koesteren voor het welzijn van de wereld – deze
mensen, die voor deze zaak vasten tot de dood erop volgt, wordt in de gevangenis
de mond gesnoerd en op allerlei manieren verwaarloosd. Koeien vermooden is de
natie vermoorden. Het stoppen hiervan is de eerste en belangrijkste plicht
van ieder intelligent mens. De regering laat
zich daarentegen wel beïnvloeden door de bravado van degenen, die vasten in
een poging om de Punjab op te splitsen, en gaat ertoe over hen op alle
mogelijke manieren te kalmeren. Degenen echter, die protest aantekenen en in
een vastenstaking gaan om het slachten van koeien een halt toe te roepen, worden
door de regering geadviseerd af te zien van hun protest en te gaan vasten om
Bihar en andere staten van de hongersnood te redden. We kunnen
hoegenaamd niet begrijpen, waarom regeringsleiders dit advies niet geven aan de
Śantaji, die de afscheiding erdoor willen drukken. India is het land
van heiligen en asceten. Dit is het terrein van dharma. De basis van de economische voorspoed van India is de rijkdom
van koeien. Het wegschenken van een koe wordt gezien als hoogste vorm van
liefdadigheid. Sinds een tijd
zonder begin is de koe door de āryan
bevolking aanvaard geweest als moeder van ons volk, terwijl de stier wordt
gezien als vader in de gedaante van dharma.
Men heeft aanvaard, dat alle halfgoden in het rund aanwezig zijn. Het slachten van
runderen heeft vandaag de dag nog steeds plaats, nadat 500 miljoen mensen,
die er tegen zijn, over het hoofd zijn gezien en wier gevoelens zijn geschaad.
Deze grote zonde heeft een monsterlijke vorm aangenomen en staat gereed om de
huidige regering inclusief de natie te verzwelgen. Dit is de reden,
waarom grote zielen, die hart hebben voor het welzijn van het land, met geweldloos
protest en vasten de aandacht van regeringsleiders trachten te trekken om hen
te waarschuwen tegen hun volharding op dit pad van totale vernietiging. De vastende
demonstranten geven echter hun leven op zonder succes te behalen. Het baart
grote zorg, dat zelfs het schurken van een luis de oren van een stel
eigenwijze ezelskoppen in de regering niet kan bereiken. Hieraan kunnen we
zien, dat een tegendraadse intelligentie voorspelt, dat de tijd van destructie
nadert. Enkele dagen
geleden brachten de slachters en hun supporters het argument te berde, dat
slechts enkele sampradāyas zich
tegen het slachten van koeien zouden verzetten. Maar op 7 november hebben ze
hun agenda gewijzigd, nadat ze ontelbaar veel mensen zagen demonstreren. Ze hebben nu een ander argument. Hun sterkste argument is, dat er niet voldoende graan zou zijn om de maag van hongerige Indiërs te voeden. En als in een dergelijke situatie het slachten van runderen zou worden gestopt, zouden die runderen al het voedsel gaan opeisen, waardoor er een verschrikkelijke catastrofe voor de massa zou ontstaan. Dit slaat kant
noch wal en betreft een bogus redenering. Een dergelijk argument kan alleen worden
bedacht door barbaren en onderontwikkelde figuren. Als hen wordt
gevraagd, “Eten runderen de tarwe en de rijst, die ze van het
aandeel voor mensen wegnemen?” (hebben ze daarop geen
antwoord). Deze demonische figuren weten in feite niet eens, dat het voer
voor een dier niet hetzelfde is als het voedsel voor een mens. God heeft de
dieren geschapen en heeft een prima regeling getroffen voor hun voedsel. Van de tarwe, rijst, gerst en gierst wordt door mensen slechts ongeveer 5% geconsumeerd, terwijl 65% ervan (stengels, enzovoort) als voer voor dieren beschikbaar is. Afgezien daarvan vullen de dieren hun maag met gras, gebladerte en graanrestanten achtergelaten door mensen. Dus het zogenaamde voedselprobleem is absurd. Een ander
argument, dat ze naar voren brengen, is, dat de populatie van de dieren
onbeperkt zou gaan toenemen, indien het slachten van koeien zou worden gestopt,
met het gevolg, dat de economie zou stagneren. Er zouden tientallen miljoenen
Rupee’s verloren gaan om met het voer voor melkgevende
koeien onbruikbare koeien te voeden. En door de inname van hun voeding te
reduceren, zouden melkgevende koeien ook minder melk gaan produceren. Deze logica
is even krom en waardeloos als het voorgaande argument. In werkelijkheid
zal geen enkel intelligent mens naar dergelijke argumenten luisteren. Integendeel,
dit is de mentaliteit van degenen, die het braaksel opzuigen van
koeienvleesetende westerlingen. Is het humaan om koeien te slachten en te
eten, die niet langer melk kunnen produceren, nadat ze jaar in
jaar uit als moeders melk hebben gegeven? Afgezien daarvan,
zelfs al geven koeien geen melk meer, zijn ze toch nog nuttig. Maar dat weten
ze niet. Koemest is de beste mest. Koemest wordt tegenwoordig omgezet in
waardevol biogas, dat op velerlei manieren wordt aangewend. De urine van de
koe is een perfecte remedie voor verscheidene aandoeningen. Dit wordt nu ook erkend
door hun guru’s, de deskundigen van de westerse geneeskunde.
De arme bevolking van koeherders, die geen steenkool of hout kunnen betalen,
houden hun leven in stand door koemest te branden, op koemest te koken en om andere
taken uit te voeren. Bovendien zijn koeien niet onsterfelijk – het is niet zo, dat ze nooit sterven. Broeder, ze gaan op
zeker moment dood en geven zichzelf geheel aan jou. Waarom zou je ze dan vóór
hun tijd ombrengen en de last van een grote zonde op jouw hoofd laden? Het derde
argument is de vraag, waarom het zin heeft de Indiase koeien, die zo zwak,
mager en uitgemergeld zijn, in leven te houden. Maar wat is daarvan de
oorzaak? De armoede in ons land! De reden van deze armoede is de
onverschilligheid van de overheid. Sinds de laatste twintig jaar heeft de economie
geen vooruitgang meer gemaakt. Het is alleen maar erger geworden. Als koeien
krachtens deze logica kunnen worden geslacht, kan de regering dan ook mensen gaan
opruimen, die niet over geld beschikken, die honger hebben, niet in staat
zijn voedsel te vergaren, zwak of ziek zijn? Zou dit niet in strijd zijn met de
menselijke waarden? Sommigen komen
met het argument aanzetten, “Waarom worden oude
koeien niet opgeruimd? Die koeien eten het voer van melkgevende koeien en er
heerst een tekort aan voer. Het gevolg is, dat melkgevende koeien minder melk
leveren.” Maar wie zijn verantwoordelijk voor een
tekort aan voer? Er is
tegenwoordig ook schaarste aan graan. Maar we zeggen niet, “Vermoord
die zinloze oude mannen maar en die oude moeders en vaders.” Zouden dergelijke daden de menselijkheid niet
tarten? Er zijn grote menigten mensen in alle vier windrichtingen en van al
die mensen voert de meerderheid geen arbeid uit. Ze leven eenvoudig van de
verdiensten van anderen. Er zijn zoveel lepralijders en mensen met
tuberculose, mensen die blind zijn vanaf hun geboorte, mensen die op andere
manieren zijn gehandicapt, of die met besmettelijke ziekten wegrotten.
Aan hen worden tientallen miljoenen besteed. De regering trekt
vele miljoenen uit voor pensioenen voor ouderen en gepensioneerden uit overheidsdiensten.
Waarom wordt dit tenslotte allemaal gedaan? Weten degenen, die de argumenten aanvoeren,
niet, dat dit menselijkheid betreft? Dit is het
verschil tussen dieren en de mensheid. Mensen hebben gevoelens, waaronder dankbaarheid,
mededogen, intelligentie en bovenal, dharma
in de vorm van verering van God. Deze dharma
is voor dieren niet mogelijk. Dharma
is de scheidslijn tussen mens en dier. Dieren brengen
hun tijd door met eten, slapen, verdedigen en voortplanten. Als men, nadat men
de menselijke levensvorm heeft bereikt, zijn dagen slijt met de bezigheden van het
dier, wordt zijn leven beschouwd als dat van een dier in een menselijk
lichaam. Deze samenvattende waarheid is de ruggegraat van onze Indiase
cultuur. āhāra-nidra-bhaya-maithunaṁ ca Hitopadeśa 25 Dieren komen overeen met mensen wat betreft eten, slapen, voortplanten en verdedigen. Echter het vermogen om een spiritueel leven te praktiseren is uniek voor de mens. Dus zonder dharma zijn mensen niets anders dan dieren. Een dier doodt
een ander dier om zijn maag te vullen. De activiteiten van de mensheid jegens
de koe is grover dan die van dieren, terwijl de aard van de koe jegens de
mens grootser is dan het meest edelmoedige mens. Degenen, die bovengenoemde
argumenten aanvoeren (vanwege hun gebrek aan sympathie voor andere levende
wezens) worden daarom gerekend onder de diersoorten. Stervende koeien zijn
immers beter en beter bruikbaar dan dergelijke figuren. Ze werpen hun ziekten immers
niet over anderen heen, ze stelen niet van anderen, ze slaan een ander niet,
ze voeren geen wanbeleid in regeringen, ze moorden niet, ze ontvoeren geen
meisjes, en ze drinken geen mensenbloed. Waarom worden
de koeien dan niet beschermd? Waarom bestaat er dan geen geschikte regeling
voor hun instandhouding? Als in Pakistan
een wet kan worden ingevoerd om het slachten van koeien te stoppen en als het
slachten van koeien in Nepal illegaal is verklaard, waarom kan er dan geen wet
in India worden uitgevaardigd om de moord op koeien te stoppen? Als paarden in Amerika,
kangaroe’s in Australië en pauwen in India louter
vanwege hun schoonheid tot nationale dieren kunnen worden verklaard en door
de regering kunnen worden beschermd, zodat ze niet worden uitgeroeid, waarom
worden in India dan de koeien vol goede kwaliteiten, waarmee het culturele
voorgeslacht een onverbrekelijke relatie heeft gehad, die niet alleen onze moeders
zijn, maar moeders van de hele wereld – waarom kunnen
zij in India niet worden beschermd? Waarom bedenkt de regering niet een wet,
die het slachten van koeien strafbaar maakt? Op dit moment
zijn Śrī Śankarācārya in Purī en Śrī
Prabhudattaji Brahmacārī in Vṛndāvana in een vastenstaking
gegaan, tot de dood erop volgt. Ze hebben de laatste ogenblikken van hun
leven bereikt. Śrī Rāmacandravīra en honderden anderen,
die aan koeien zijn toegewijd, bevinden zich op het eind van hun leven;
duizenden mensen zitten vast in de gevangenis en duizenden worden in hechtenis
genomen; de nobele gemeenschap voor de bescherming van koeien is overal met
grote kracht aan het protesteren. De reacties hierop kunnen overal in India
worden waargenomen. Het actieve comité voor het centrale congres heeft de regering
de raad gegeven om het doden van koeien te stoppen. Desondanks vindt deze
grove zonde onverminderd doorgang. Dit is een onheilspellende situatie. In een dergelijke staat, voordat de dood inzet van de grote zielen van onze dharmika bevolking, die trouwhartig hun leven offeren, moet de regering, die vertrouwen van de Indiase bevolking dient te respecteren, een compleet verbod op het slachten van runderen afkondigen. De mensen van de natie en alle achtenswaardige leiders moeten op smetteloze wijze de druk op de regering vergroten om het slachten van koeien te stoppen. Anders zal niet alleen de regering maar de hele natie het verschrikkelijke gevolg ervan moeten ondergaan. De Redacteur van Śrī Bhāgavata Patrikā
Referenties |
DIT DOCUMENT IS BESCHIKBAAR IN PDF
Vorige <=
Sri Guru intiemer dan atma
Volgende =>
Het proces van zuivere bhakti