Menu

Sanatana Gosvami komt bij Sri Caitanya Mahaprabhu

27 mei 2022


śrī śrī guru gaurāṅgau jayataḥ!

Bhakti Lezingen

www.purebhakti.com/teachers/bhakti-discourses/
19-discourses-2000/185-sanatana-gosvami-comes-to-sri-chaitanya-mahaprabhu

Publicatie 20 juni 2000, Laatst bijgewerkt 19 mei 2022
Alachua, Florida, Verenigde Staten - 20 juni 2000
nitya-līlā praviṣṭa oṁ viṣṇupāda

Śrī Śrīmad Bhaktivedānta Nārāyaṇa Gosvāmī Mahārāja




Sanatana Gosvami komt bij Sri Caitanya Mahaprabhu



Sri Bhaktivedanta Narayana [Srila Narayana Maharaja:] Heel veel dank aan de toegewijden, die van ver komen uit Californië, Badger, Costa-Rica, Australië, Hawaii, Panama, Brazilië, Miami en ook de Philippijnen. Ik wil iets zeggen onder leiding van Sri Caitanya Mahaprabhu en onder leiding van Rupa, Raghunatha, Sanatana en vooral Srila Bhaktivinoda Thakura, Srila Prabhupada Bhaktisiddhanta Sarasvati Gosvami Thakura, mijn Gurudeva en mijn siksa-guru Bhaktivedanta Svami Maharaja, die jullie 'Prabhupada' hebben genoemd.

Hij was mijn vriend, een echte boezemvriend. Hij was mijn siksa-guru. Hij heeft me nooit als een leerling behandeld. We zaten altijd samen op één zitplaats en bespraken zoveel hari-katha en maakten capatis. We waren als vrienden, die lachen en grappen maken. Hij kon goed grapjes maken en liep altijd te glimlachen. Hij had niet het vals-ego van 'ik ben zo geleerd, ik ben Guru' of zoiets. Hij moet ook met jullie grappen hebben gemaakt, zijn seniore discipelen, want hij was niet altijd zo ernstig en was niet de baas over anderen, nooit. Hij hield nooit iemand onder controle, maar hij wilde uit liefde beheer voeren. Dus ik zal hem altijd willen volgen. Van hetgeen ik ga vertellen, is geen woord van mij bij. Het zijn hun woorden, hun realisaties en het is hun predikwerk.

Ik verzoek jullie om zijn lessen diep binnen te gaan. Als jullie altijd druk zijn om de betekenis van zijn instructies uiterlijk op te vatten, alleen extern, komen jullie bedrogen uit. Probeer er diep in te gaan om zijn lessen te begrijpen. Evenals andere gurus in onze acarya parampara kan hij zoveel tegenstrijdige dingen zeggen, want toegewijden hebben zoveel verschillende niveau's. Maar we moeten hetgeen in harmonie brengen, dat hij hier op de ene manier zei en daar op een andere manier vertelde. Hij kan die dingen onder verschillende omstandigheden hebben gezegd. Er zijn zoveel schijnbare tegenstellingen in Srimad-Bhagavatam en ook in Caitanya Caritamrta. We komen dit ook dikwijls tegen in Srimad-Bhagavatam. Krsna zei op een pikdonkere nacht in een gevaarlijk bos met allerlei wilde dieren tegen de gopis, "Jullie moeten onmiddellijk naar huis teruggaan". Daarna vroeg Krsna, "Wanneer heb Ik jullie gezegd om te gaan?" Er waren geen gevaarlijke dieren en de nacht was niet pikdonker. Het was volle maan, maar Hij zei, dat het erg donker was en Hij zei, "Ik heb jullie nooit gezegd om terug te gaan". En wij moeten dat in overeenstemming brengen. Waarom zei Hij op dat moment, "Jullie moeten niet bij Me weggaan. Jullie moeten hier blijven dan gaan we dansen"? Oh, alles is afhankelijk van de kwalificatie van toegewijden. Ze moeten deze dingen met elkaar in overeenstemming brengen.

Nu kom ik toe aan mijn lezing. Na de Mahabharata ging India een slechte tijd tegemoet, bovendien kwam India onder bestuur van islamitische heersers. In Bengalen regeerde in die tijd een islamitische koning, Hussein Shah. Op zekere dag ging hij een gigantisch mausoleum bouwen, waar hij duizenden arbeiders aan het werk zette. Er waren veel deskundige metselaars, die zeer hard aan het werk waren. Toen het gebouw bijna klaar was, ging de koning zelf in de nok staan. Hij keek ernaar en riep uit, "Oh, ze hebben een wonderbaarlijk werk verricht. Er staat in India geen mausoleum zoals dit." En hij gaf zijn waardering aan de bouwkundigen. Maar de hoofdingenieur antwoordde, "Dit mausoleum is erg mooi, zeer goed en wonderbaarlijk, maar we kunnen er zelfs een bouwen, dat nog beter is dan dit." De koning greep de ingenieur bij de hand, gooide hem naar beneden en de man viel dood. "Als hij verder zou hebben geleefd, had hij iets kunnen bouwen, dat briljanter was geweest dan dit. Dat kan ik niet verdragen." Dus omdat hij zo boos was, had hij hem vermoord. Een van zijn persoonlijke assistenten stond er op dat moment ook bij.

De koning zei tegen hem, "Je moet meteen gaan halen." Maar wat hij moest halen had de koning niet gezegd. "Je moet meteen gaan." En uit angst rende de hij weg. Hij dacht, "Wat heeft hij me opgedragen? Wat moet ik halen?" Hij kon er niet achter komen, wat dat kon zijn. Hij maakte zich grote zorgen en verliet die stad en ging naar een andere stad om het vege lijf te redden en hij brak zijn hoofd over de vraag, "Wat moet ik halen?"

Op zekere dag liep hij over de weg, terwijl hij zich nog steeds zorgen maakte, en zag daar twee broers, die er heel mooi uit zagen. Ze keken hem aan en zagen, dat deze man zich grote zorgen maakte, dus ze riepen hem. Deze twee jongens, de twee broers, waren zestien en zeventien jaar. Ze riepen hem en zeiden, "Oh, we zien jou hier iedere dag heen en weer lopen en je ziet er zeer bezorgd uit. Wat is er aan de hand?" Hij antwoordde, "Ik ben de persoonlijke assistent van mijn koning, Hussein Shah. Hij zei, dat ik iets moest halen, maar wat ik moest halen heeft hij niet gezegd. En ik ben uit angst gevlucht. Als hij me vindt, vermoordt hij me. Daarover loop ik me zorgen te maken."

"Kun je ons zeggen, wanneer hij jou die opdracht heeft gegeven, waar hij zat en wat hij deed?" Toen vertelde hij hen het hele verhaal. Hoe ze op het mausoleum stonden, waar de koning die bouwingenieur had vermoord en tegen hem had gezegd om iets te gaan halen. "Oh, maak je geen zorgen. Je moet twee zeer deskundige bouwmeesters van hier meenemen en de koning gaan vertellen, dat er in deze stad twee zeer kundige bouwmeesters wonen. Je moet ze gaan halen en meteen naar de koning brengen." Toen werd hij helemaal blij, ook al was hij nog steeds doodsbang. Hij ging naar de koning en zei tegen hem, "O Koning, ik heb twee deskundige bouwmeesters gehaald."

Toen de koning dit hoorde, begon hij te lachen en vroeg, "Hoe wist je, wat ik wilde?" "Ik was er nooit achter gekomen, maar in die stad zijn twee broers, die zeer deskundig en geleerd zijn. Hoewel ze nog jong zijn, zijn ze in alles zeer bedreven. Ze kennen diverse talen, vooral Sanskriet, Urdu, Persisch en de rest. Ze zijn zeer deskundig."

De koning zei, "Ik heb dit gewild, maar op dat moment was ik erg boos. Ik zei tegen jou om iets te halen, maar ik zei niet wat je moest halen. Ze schijnen wonderbaarlijk en zeer intelligent te zijn. Je moet teruggaan en die twee broers verzoeken om naar me toe te komen en bij me te blijven."

Weten jullie wie die twee broers waren? Amar en Santosh. Amar was Sanatana Gosvami en Santosh was Rupa Gosvami, de twee broers. De dienstbode van de koning ging naar hen toe en verzocht hen te komen. Met een speciale regeling bracht hij hen naar de koning, die hen allerlei vragen stelde, die ze allemaal perfect konden beantwoorden. De koning was meteen onder de indruk en hield hen in zijn koninkrijk als privé secretaris en eerste minister. Sanatana Gosvami werd eerste minister en Rupa Gosvami werd zijn privé secretaris.

Er waren drie broers en voor zover ik weet, één zuster. Ze werkten een aantal jaar als eerste minister en privé secretaris. Nadat Caitanya Mahaprabhu sannyasa had genomen, ging Hij terug naar Puri. Daarna ging Hij naar Zuid-India en kwam daar Raya Ramananda tegen. Daarna keerde Hij terug naar Puri en verkondigde wederom, "Ik ga naar Vrndavana". Hij volgde de weg langs de Ganges. Vanuit Puri ging Hij eerst naar de oever van de Ganges en van daaruit liep Hij verder naar Vrndavana.

Toen Hij in Kanayanatshala kwam, het koninkrijk van Hussein Shah, werd Caitanya Mahaprabhu omringd door grote menigten mensen. In Caitanya-caritamrta staat geschreven, dat meer dan honderdduizend mensen Hem constant volgden. Er werd voortdurend kirtana en hari-katha uitgevoerd. Ze kwamen in Kanayanatshala aan. Die plaats had voorheen een of andere islamitische naam, maar Sanatana Gosvami en Rupa Gosvami hebben dat veranderd in Kanayanatshala. Ze hebben daar in Ramakeli-grama Radha-kunda en Syama-kunda aangelegd.

Toen Caitanya Mahaprabhu daar met al Zijn volgelingen arriveerde, gingen Rupa en Sanatana zich 's nachts omkleden en trokken een dhoti aan, sloegen een sjaal om en kwamen in grote eenvoud bij Caitanya Mahaprabhu aan. Ook Anupama kwam met zijn zoon, Jiva Gosvami, die nog geen twee jaar oud was. Hij zat bij hen op schoot en ze gaven deze Jiva Gosvami aan de lotusvoeten van Caitanya Mahaprabhu.

Daarna zei Sanatana Gosvami tegen Caitanya Mahaprabhu, "Dit is niet de manier om naar Vrndavana te gaan. Hoe moet je dat doen? Alleen, als een bedelaar zonder rijkdom en zonder geld." Zie je, hoe Rupa en Sanatana en ook Mahaprabhu naar Vrndavana zijn gegaan? "Dus dit is niet de juiste manier om naar Vrndavana te gaan - met duizenden personen, want dan krijg je te maken met zoveel problemen. Hier is ook een grote groep van meer dan tweehonderd mensen aanwezig. Dus dit leidt tot een aantal problemen - waar moeten ze zitten, waar hebben ze onderdak, waar gaan ze prasadam nemen. Het kan gebeuren, dat enkelen ziek worden en een dokter nodig hebben. Er kunnen zoveel problemen ontstaan, behalve als je alleen gaat zonder een cent op zak. Als het donker wordt, vind je een plek om te overnachten en bedel je om een capati in het huis van toegewijden, dus je hebt niets nodig."

Sanatana Gosvami voegde eraan toe, "Dit is nu juist de reden, waarom ik naar Jou ben toegekomen. Hussein Shah vaardigde me af om een onderzoek in te stellen naar de persoon, die zoveel mensen bij Zich heeft. Is Hij van plan om het koninkrijk binnen te vallen en me te overmeesteren?" Dus Sanatana Gosvami gaf Hem het advies om alleen te gaan. Toen besloot Caitanya Mahaprabhu, "Oh, Ik zou naar Puri moeten terugkeren en volgend jaar van daaruit weer naar Vrndavana moeten gaan." Dus Hij ging terug. Was deze reis tevergeefs? Zijn probleem was opgelost. Bhavad-vidha bhagavatas, tirtha-bhutah svayam vibho, tirthi-kurvanti tirthani, svantah-sthena gagabhrta (SB 1.13.10). Wat betekent dit?

"Persoonlijkheden, zoals Uzelf, zijn een heilig pelgrimsoord. U zuivert immers de heilige plaatsen. Omdat de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods in het hart van een heilige woont, kunnen deze personen zelfs pelgrimsoorden zuiveren."

Ze hebben niets, geen eigenbelang. Persoonlijk heb ik geen eigenbelang, niets. Op deze hoge leeftijd weet je hoe lastig het is om overal naartoe te gaan. Narada Rsi en Sukadeva Gosvami wilden zelfs geen kleding dragen, niets. Waarom liepen ze alleen maar overal rond? Bhavad-vidha bhagavatas, tirtha-bhutah svayam vibho, tirthi-kurvanti tirthani, svantah-sthena gagabhrta. Een zuivere toegewijde heeft geen aardse verlangens, behalve "Oh, ik wil Radha-Krsna dienst verlenen." Ze houden Krsna in hun hart altijd onder controle - gadabhrta. Wat betekent gadabhrta? Met gada, met Zijn knots redt Hij de hele wereld. Dit is één betekenis, een algemene betekenis, die een zuivere toegewijde zal afwijzen. Voor hem betekent het, "Hij die zoet spreekt met vamsi." Hij roept, "Radhe, Radhe" en de koeien. "Kalindi, Gange, Yamune, Pisangi" op die manier. Hij roept ook de gopis. "Radhe, Lalite, Vishake" en ze worden meteen aangetrokken en komen bij Hem. Dus met vamsi spreekt Hij zo zoet. Hij is gadadbhrta.

De zuivere toegewijden, de hoge klasse toegewijden, houden deze Krsna met Radhika en de gopis altijd in hun hart en op deze manier wordt de plek een tirtha (tirthi kurvanti tirthani), waar ze ook gaan. Ze gaan naar tirtha en ze maken er een heilige plaats van. Hoe doen ze dat? Met het stof van hun lotusvoeten. Ze hebben nergens iets nodig. Hun enige bedoeling is om zuivere bhakti te geven. Svamiji kwam nooit met enig eigenbelang, nooit, niet voor naam en faam. Hij kwam uit mededogen, om aan de opdracht van zijn Gurudeva te voldoen, om zijn missie te prediken en dat is de reden, waarom hij in enkele jaren tijd lakhs en lakhs toegewijden heeft aangetrokken. Hij heeft nooit iets voor zichzelf gewild, nooit, en dat is de reden, waarom hij de missie met succes en zeer snel heeft kunnen prediken.

Caitanya Mahaprabhu is naar Ramakeli gegaan alleen maar om Zijn genade in het hart van Rupa, Sanatana en ook Jiva te sprenkelen. Hij heeft hen toen in vertrouwen gezegd, "Ik wil dat jullie je baan opgeven en naar Vrndavana gaan. Ik wil jullie in Vrndavana ontmoeten. Word een bedelaar en kom naar Me toe. Ik zal er in Mijn eentje naartoe gaan en jullie moeten Me daar ontmoeten." En toen is Hij vertrokken.

Eén keer een opdracht geven was voor hen voldoende. Ze volgden hetgeen Caitanya Mahaprabhu hen had gezegd zeer strikt. Ze kwamen de manier overeen, waarop ze Caitanya Mahaprabhu in Vrndavana zouden ontmoeten.

Mahaprabhu keerde terug naar Puri en ging het jaar daarna in Zijn eentje op weg door gevaarlijke oerwouden, waar olifanten, tijgers, beren en wilde honden rondliepen. Caitanya Mahaprabhu had geen wapen, geen geweer, geen pistool of zoiets, maar alleen de pistool van prema en liefde. Hij liep altijd te chanten,

Hare Krishna Hare Krishna, Krishna Krishna Hare Hare
Hare Rama Hare Rama, Rama Rama Hare Hare

Krishna! Krishna! Krishna! Krishna! Krishna! Krishna! he
Rama! Rama! Rama! Rama! Rama! Rama! Raghava!
Krishna! Kesava! Krishna! Kesava! Krishna! Kesava! pahi mam
Rama! Raghava! Rama Raghava! Rama! Raghava! raksa mam


Waarom raksa mam? Wat betekent pahi mam? Ik offer mezelf totaal - pahi, pahi. Ik offer alles. Nu ben ik niet langer van mezelf, ik ben van Jou. Dit wordt pahi genoemd. Zoals Draupadi. Ik kan mezelf niet redden. Nu heb ik mezelf helemaal aan Jouw lotusvoeten overgegeven.

Wat was het probleem van Caitanya Mahaprabhu, waardoor Hij dit uitriep? Waarom? Oh, in een bui van afgescheidenheid. Hij was opgeleid in de school van Visakha en Raya Ramananda. Toen voelde Hij zoveel afgescheidenheid van Krsna, "Ikzelf ben nu Radhika". Hij voelde dit altijd, ook in het oerwoud. Hij zag het oerwoud en zei, "Oh, dit is Vrndavana" en de rivier, "Oh, Kalindi is hier" een paar bergen, "Oh, Giriraja Govardhana" een paar koeien, "Oh, dit zijn de koeien van Krsna" en als Hij koeherders zag, "Oh, dit zijn de vrienden van Krsna". Hij huilde bittere tranen en riep, "Krsna Krsna pahi mam! Krsna Krsna raksa mam".

Als tijgers, die op het pad lagen te slapen, door de voeten van Mahaprabhu werden aangeraakt, begonnen ze "Krsna Krsna" te chanten.

Hare Krishna Hare Krishna, Krishna Krishna Hare Hare
Hare Rama Hare Rama Rama, Rama Rama Hare Hare


Wanneer Mahaprabhu heel hard Hare Krsna chantte, kon het hele bos Hem horen en kwam de echo ervan terug. Alle schepselen, klimplanten, bomen, dieren en zelf het gras hoorde het en werden op miraculeuze wijze bevrijd. Op deze manier kwam Hij aan in Vrndavana.

Rupa Gosvami wist, dat Mahaprabhu in Vrndavana was aangekomen en legde zijn functie neer. Hij ging met zijn jongere broer Anupama naar zijn huis. Dit was de methode van Rupa Gosvami. Als je graag wilt volgen, kun je dit proces volgen. Hij ging naar zijn geboorteplaats, waar hij zoveel geld had bewaard. Hij verdeelde het en gaf de helft ervan als liefdadigheid aan de brahmanas en Vaisnava's en de andere helft reserveerde hij voor zijn familie. Hij zei hen ermee in hun levensonderhoud te voorzien en Jiva Gosvami een opleiding te laten volgen. Tienduizend gouden munten nam hijzelf mee, die hij deponeerde in de hoofdstad, Ramakeli-grama, waar hij eerder had gewoond. Dit vermogen zou worden aangesproken om Sanatana Gosvami te helpen, als de nood aan de man was. Toen hij vertrok, schreef hij een brief aan Sanatana Gosvami en werd een bedelaar zonder een cent op zak, geen hemd aan, niets. Hij had een versleten doek, alleen een dhoti en een chaddar bij zich, meer niet. Als hij iets nodig had, ging hij ergens bedelen om twee capatisn, niet meer dan dat.

Samen met Anupama ging Rupa naar Vrndavana. Onderweg schreven ze een brief en stuurden hem naar Sanatana Gosvami. Hij schreef maar vijf of zes brieven, waarvan niemand iets kon begrijpen. Als de koning ze zou lezen, zou hij er niets van kunnen begrijpen. Hij schreef kam ma en dan sha en zoveel letters - zes of zeven letters - die een gedicht of een sloka vormden. Ka - waar is Madhupuri naartoe gegaan, de hoofdplaats van Krsna-Yadupuri? Snap je?

"Ooit is Mathura het koninkrijk van heel India geweest, inclusief Dvaraka en Ayodhya. Maar het is nu een woestijn. Wat is er overgebleven van de koninkrijken van Rama en Krsna, waar zoveel prachtige paleizen stonden? Waar zijn ze gebleven? Wat betekent dit? Ravana is weg, Rama met al Zijn rijkdom is ook verdwenen en jij staat als een arm persoon vóór hen. Dit moet je in overweging nemen en onmiddellijk alle bezittingen opgeven, jouw rijkdom, positie, alles, en naar Vrndavana gaan." Sanatana Gosvami las dit en hij begreep hetgeen Rupa Gosvami hem wilde zeggen. Hij nam direct het besluit om zijn baan op te zeggen en de rest achter te laten. Hij ging niet naar de raad van de koning, maar liet de boodschap afleveren, dat hij ziek was, hoewel dat helemaal niet het geval was. Wat was hij aan het doen? Hij luisterde naar Bhagavatam van zoveel geleerde onderwijzers en hij was constant verdiept in discussies met toegewijden. Hij had geen enkel probleem, niets. Integendeel, hij was altijd verzonken in de oceaan van liefde en genegenheid.

De koning kwam zelf kijken, wat hij aan het doen was en zei tegen hem, "Ik ga oorlog voeren in Orissa om Jagannath Puri binnen te vallen, dus je moet met me meegaan." Sanatana Gosvami zei koeltjes, "Ik kan niet gaan. Ik kan Jagannatha Puri niet aanvallen, nooit. Ik wil niet langer jouw eerste minister zijn. Die functie kun je aan iemand anders geven. Ik kan nu geen diensten verlenen."

De koning zei tegen hem, "Je bent mijn oudere broer. Ik ben van jou afhankelijk en jij geeft geen gehoor aan mijn opdracht. Ik ben de bestuurder. Als je niet naar me luistert, zal ik jou moeten straffen." Toen nam de koning hem in hechtenis en liep weg.

Sanatana Gosvami was heel gelukkig. Er staat geschreven, raja more priti kore emor bandhana. Mijn vrouw houdt zoveel van me, dat ik me gebonden voel. De vader schenkt zijn liefde en dat is ook gebondenheid voor mij. Wat is de betekenis van deze sloka, weten jullie dat? Dit is een belangrijk punt. Als jullie Rupa en Sanatana willen volgen, moeten jullie de betekenis kennen en dan kun je hen volgen.

Het betekent, als raja, de koning, zoveel genegenheid voor me heeft door me zoveel geld en positie te geven, is dat een sterke gebondenheid voor mij. Als de vrouw zoveel liefde voor haar echtgenoot koestert en de man wil een zuivere toegewijden zijn, oh, dit is voor hem gebondenheid en een heel groot struikelblok. Als hij een heel lief kind heeft, is deze liefde gebondenheid. Hij kan geen bhajana doen. Dus Sanatana Gosvami zegt, "Op de een of andere manier moet ik iets doen, waardoor de koning boos op me wordt."

Er was een toegewijde van ongeveer honderd jaar, die sannyasa wilde nemen, maar zijn vrouw hield zoveel van hem, dat ze belemmeringen oplegde, toen hij haar voorstelde om sannyasa te gaan nemen. Op zekere dag had hij zijn kamer in brand gezet, sloeg een chaddar om en veinsde, dat hij lag te slapen, terwijl het vuur dichterbij kwam. De vrouw zag dat en ging meteen de kamer binnen. "Oh, je ligt te slapen? Er is brand! Je moet hier meteen vertrekken! Ga direct het huis uit!" Hij ging onmiddellijk het huis uit en zei tegen haar, "Je hebt me gezegd het huis te verlaten. Nu kom ik nooit meer terug in dit huis. Ik ga." En zo verliet hij zijn huis. Zijn vrouw zat te huilen, maar hij zei, "Je hebt me gezegd te vertrekken en ik doe wat je zegt." Deze persoon was Ballabha Acarya. Hij ging naar Kasi en nam sannyasa van Madhavendra Puri. De volgende dag verliet hij zijn lichaam. Soms willen zuivere toegewijden Krsna totaal dienen en kunnen anderen met hun trucs bedriegen. Sanatana Gosvami wilde de koning bedriegen, dus hij zorgde ervoor, dat de koning boos werd.

Sanatana Gosvami werd dus gevangen gezet. Hij gaf de gevangenisbewaarder vijfduizend gouden munten, maar deze was er niet tevreden mee. Sanatana Gosvami zei tegen hem, "Je moet me helpen, want je hebt deze betrekking aan mij te danken. Daarvoor krijg je sukrti. Maak je geen zorgen. Ik blijf hier niet. Ik zal me voordoen als een islamitische bedelmonnik, die naar Mecca vertrekt. Ik zal niet in India blijven. Dus help me alsjeblieft." Sanatana had dit gezegd, omdat de gevangenisbewaarder zelf een moslim was. Dus daarmee maakte hij hem blij. Omdat hij nog steeds bang was voor de koning, bood Sanatana hem nog tweeduizend gouden munten aan. Toen liep het water hem in de mond. "Zoveel geld heb ik mijn hele leven niet bij elkaar gezien. Zoveel geld kan ik in mijn leven niet verdienen. Als de koning boos wordt en me ontslaat, is dat niet erg, wan ik kan nu mezelf onderhouden." Hij liet Sanatana Gosvami ontsnappen, die met één dienaar op weg ging naar Vrndavana.

[Aranya Maharaja:] Toen Sanatana Gosvami uit de gevangenis ontsnapte, kon hij Sri Caitanya Mahaprabhu niet via hoofdwegen bereiken, want dan zou hij worden opgepakt. Daarom liep hij door bosgebieden, die zeer gevaarlijk waren. Hij kwam door een district genaamd Patna, waar hij werd benaderd door een rijke landheer, die tegen hem zei, "Je kunt vannacht bij mij logeren. Ik zal jou een paar voedingsmiddelen geven, zodat je voor jezelf kunt koken. Op die manier kun je prasadam nemen en de volgende ochtend zal ik mijn mannen met jou meesturen, die je door dit gevaarlijke heuvelland kunnen begeleiden. Sri Sanatana Gosvami stemde erin toe. Hij ging koken en nam prasadam en toen hij een bad ging nemen, dacht hij diep na. Aangezien hij de eerste minister van Nawab Hussein Shah was geweest, kende hij de politiek en de kunst van diplomatie. Dus hij dacht bij zichzelf, "Waarom zou deze figuur me zonder reden hulp aanbieden? Hij moet er een reden voor hebben." Sri Sanatana Gosvami was zeer intelligent. Hij ging terug naar de plek, waar hij verbleef en daar ging hij naar zijn dienaar Isana toe en informeerde bij hem, "Isana, heb jij misschien waardevolle spullen bij je?"

Isana antwoordde, "Oh ja, Prabhu! Ik heb zeven gouden munten bij me."

"Waarom neem je die mee? Waarom heb je die rijkdom op zak? Deze rijkdom is hetzelfde als Yamaraja zelf. Iedereen kan ons ervoor ombrengen, dus dit is erg gevaarlijk om bij je te dragen. Geef die munten onmiddellijk aan mij."

Isana pakte de gouden munten en gaf ze aan Sanatana Gosvami, die regelrecht naar de landheer ging en zei, "Hier, ik wil dat u deze zeven gouden munten aanneemt. Ik geef ze aan u en omwille van religieuze principes vraag ik u om ons door dit gevaarlijke terrein te begeleiden." Het hart van die landheer, dat werd beïnvloed door de sterke associatie van Sanatana Gosvami, wiens hart zo zuiver was en in bhakti verzadigd was, smolt en de landheer begon het volgende relaas op te biechten, "U hebt me gespaard van een grote misdaad. Ik was van plan u vannacht te vermoorden en uw geld te stelen. Ik heb een assistent, die astroloog is. Hij kent de kunst van astrologie en hij had me reeds ingelicht, dat er twee reizigers deze kant opkwamen, die acht gouden munten bij zich hadden. Dus we hadden een plan gesmeed om u op te vangen en een kamer te geven. Dan hadden we jullie 's nachts vermoord en het geld ontvreemd." Sanatana Gosvami zei, "Als ik dit geld bij me houd, kan ik er zeker van zijn, dat iemand anders me hiervoor gaat vermoorden. Dus u moet dit geld aannemen."

Toen heeft dus die landheer het geld van Sanatana Gosvami aangenomen en hem door dat gevaarlijke gebied geloodst. Nadat ze dat gebied hadden gepasseerd en de mannen waren vertrokken, riep Sanatana Gosvami zijn dienaar Isana bij zich. "O Isana, kom eens hier. Ik weet, dat je nog een restant van die gouden munten bij je hebt." Isana was niet helemaal eerlijk tegen hem geweest. Hij had Sanatana Gosvami gezegd, dat hij zeven gouden munten bij zich had. Hij had hem zeven munten gegeven en had er één stiekem achtergehouden. Wat was zijn bedoeling ermee te doen? Hij had gedacht, "Ik geef hem zeven gouden munten en ik houd er één achter, want er kan een moeilijke situatie ontstaan en met dit goud kunnen we alles aanschaffen, dat we nodig hebben om het probleem op te lossen. Ik zal dit goud in zijn dienst besteden." Hij had dus geen eigenbelang. Hij had deze ene gouden munt bedoeld voor de dienst van Sanatana Gosvami, maar Sanatana Gosvami zei tegen hem, "O Isana, deze gouden munt moet je bij je houden en naar huis terugkeren."

[Srila Narayana Maharaja:] "Je bent niet gekwalificeerd om bij me te blijven. Je bent afhankelijk van geld en niet van Krsna alleen. Ik wil met een dergelijk persoon niet omgaan. Je kunt me niet helpen. Je gaat voor zoveel problemen zorgen." Als je een zuivere toegewijde wilt zijn, zoals Rupa Gosvami, Sanatana Gosvami en Raghunatha Gosvami, moet je eerst zien, wat zij hebben gedaan. Als je hun voorbeeld niet volgt, is krsna-prema ver te zoeken.

[Aranya Maharaja:] Toen Isana dit hoorde, begon hij te huilen. Zijn hart brak. "Stuur me alstublieft niet weg. Ik wil u alleen van dienst zijn."

Maar Sanatana Gosvami was heel sterk en heel strikt. Hij zei, "Nee, je houdt die munt en je gaat terug naar huis." De toegewijde moet geheel aan Krsna zijn overgegeven. Hij moet denken, "Krsna is mijn enige instandhouder. Krsna is mijn enige beschermheer en als ik mijn toevlucht zoek in geld, als ik een toevlucht zoek in rijkdom, als ik de toevlucht neem tot mijn eigen intelligentie, zal Krsna me zeker over het hoofd zien. Ik wil niet, dat Krsna me over het hoofd ziet, dus ik zal al deze zaken over het hoofd zien. Krsna zal zeker voor me zorgen." Anayas cintayanto mam ye janah paryupasate, tesam nityabhiyuktanam yoga-kseman vahamy aham. Dus Sanatana Gosvami vervolgde zijn voettocht naar Vrndavana zonder dienaar en volgde het pad langs de Ganges.

Toen kwam hij door een stad genaamd Hatipur. Daar kwam hij Sri Kanta tegen, zijn zwager, de echtgenoot van zijn zuster. Hij werkte daar voor de regering en had drie lakhs gouden munten, driehonderdduizend gouden munten. In die tijd was dat een onbevattelijk grote rijkdom. De koning had hem dit vermogen gegeven om voor de islamitische regering paarden te kopen. Dus hij was daar om paarden te kopen en ze naar de keizer te sturen. Sanatana Gosvami kwam zijn zeer rijke en aristocratische zwager met een hoge positie tegen en deze zwager was blij hem te zien.

[Srila Narayana Maharaja:] Sanatana Gosvami was meer dan hij, maar hij had alles achtergelaten en was een bedelaar geworden.

[Aranya Maharaja:] Sanatana Gosvami bevond zich in een hogere positie. Hij was een eerste minister, maar had die hoge functie opgegeven en was een bedelaar geworden. Zijn zwager zei tegen hem, "Je bent vuil en jouw doek is helemaal versleten. We zullen jou een paar mooie kleren geven en dan moet je hier een tijdje blijven en als een aristocratische heer leven."

Sanatana Gosvami zei, "Nee, ik blijf hier geen seconde langer, zelfs geen seconde. Help me de Ganges over te steken om mijn tocht voort te zetten."

[Srila Narayana Maharaja:] Waarom wilde hij daar geen seconde langer blijven? Slecht gezelschap. Zelfs de associatie van zijn zwager droeg niets bij. Zijn zwager verzocht hem te blijven, maar Sanatana Gosvami wilde daar geen moment langer aanwezig zijn. Hij verliet die plek en ging naar Varanasi, maar hij had wel iets van zijn zwager aangenomen.

[Aranya Maharaja:] Toen Sanatana Gosvami vertrok, gaf zijn zwager hem een kostbare, luxueuze, wollen deken mee.

[Srila Narayana Maharaja:] Waarom gaf hij die deken? Het was in het koude jaargetijde in India, dus hij gaf die deken mee om warm te blijven. Sanatana Gosvami pakte hem aan en ging naar Varanasi. Wat gebeurde er, toen hij aankwam in Varanasi, een zeer heilig oord aan de oever van de Ganges? Hij hoorde, dat Caitanya Mahaprabhu daar op Zijn terugtocht uit Vrndavan was aangekomen. Lakhs en lakhs toegewijden luisterden naar Caitanya Mahaprabhu. Hij had Prakasananda verslagen, nadat hij al zijn mayavada argumenten had weerlegd. Caitanya Mahaprabhu was dermate prominent, dat lakhs en lakhs toegewijden daar naartoe waren gekomen om Hem te zien. Mahaprabhu logeerde in het huis van Candra Sekhara. Sanatana Gosvami ging er naartoe om Hem daar te bezoeken. Sanatana stond bij de deur van het huis van Candra Sekhara en Caitanya Mahaprabhu wist, dat hij daar stond.

[Toegewijde:] Toen vroeg Caitanya Mahaprabhu Candra Sekhara te gaan kijken, of er iemand voor de deur stond. Mahaprabhu zei, dat een toegewijde was gearriveerd. Toen Candra Sekhara naar buiten liep, zag hij geen toegewijde buiten staan wachten en vertelde Caitanya Mahaprabhu, "Ik heb geen toegewijde bij de deur gezien, die stond te wachten om U te zien."

Toen vroeg Mahaprabhu, "Heb je daar helemaal niemand gezien?" Deze keer ging Candra Sekhara naar buiten en zag een persoon, die zo smerig en slonzig was en een grote baard droeg, dat hij leek op een islamiet. Toen zei Candra Sekhara tegen de man, dat hij moest binnenkomen, omdat Caitanya Mahaprabhu naar hem had gevraagd. Toen deze persoon, die in feite Sanatana Gosvami was, naar binnen ging en Caitanya Mahaprabhu hem zag, rende Hij snel naar hem toe om hem te omhelzen. Maar wat gebeurde? Sanatana Gosvami wilde niet, dat Caitanya Mahaprabhu hem aanraakte, maar Mahaprabhu wilde hem toch omhelzen. Mahaprabhu zei, dat iemand helemaal zuiver kan worden door een zuivere toegewijde aan te raken.

[Srila Narayana Maharaja:] Ik raak jou alleen aan om Zelf zuiver te worden.

[Toegewijde:] Na enige tijd zei Mahaprabhu tegen Candra Sekhara, dat hij hem een paar mooie kledingstukken moest geven en hem moest helpen met scheren, zodat hij als een toegewijde kon verschijnen. Nadat Sanatana Gosvami zich had geschoren, bood Candra Sekhara hem nieuwe kleding aan, die Sanatana Gosvami niet wilde accepteren. In plaats daarvan vroeg hij Candra Sekhara om een oude dhoti, die hij door midden scheurde, waarvan hij twee sannyasa stukken maakte, een van boven en een van onder, en hij scheurde tevens een kutir van de stof af. En in die outfit ging hij voor Sri Caitanya Mahaprabhu staan. Toen Caitanya Mahaprabhu de kleding van Sanatana Govami zag, was Hij blij en zeer tevreden over de manier, waarop Sanatana Gosvami de principes van de sannyasa asrama zo netjes volgde.

Maar Sanatana Gosvami had nog steeds die waardevolle deken bij zich, die zijn zwager hem had gegeven. Terwijl ze zaten te converseren, zat Mahaprabhu soms naar de deken te kijken. In de tussentijd gingen ze naar het huis van Tapana Misra, waar Mahaprabhu was uitgenodigd om prasadam te nemen. Mahaprabhu nam Sanatana Gosvami mee om ook maha-prasadam te nemen. Toen Mahaprabhu aan Tapana Misra vroeg om Sanatana Gosvami ook maha-prasadam te geven, zei Tapana Misra, dat hij nog een paar dingen moest doen. "Neemt u alstublieft eerst en daarna kan Sanatana Gosvami de maha-prasadam eer aanbieden."

Nadat Mahaprabhu maha-prasadam had genomen en ging rusten, gaf Tapana Misra de restanten van Mahaprabhu aan Sanatana Gosvami, die zag, dat Mahaprabhu keer op keer naar die deken lag te kijken. Toen begreep hij, dat Caitanya Mahaprabhu er niet blij mee was. Sanatana Gosvami ging naar de Ganges, waar een arme man zijn oude, versleten deken zat te wassen en hem op de grond uitspreidde om hem te laten drogen. Sanatana Gosvami ging naar hem toe en vroeg, of hij zijn waardevolle deken kon ruilen tegen dat versleten wattendekentje van hem. Toen die man de woorden van Sanatana Gosvami hoorde, was hij verbijsterd en zei, "U bent toch een vriendelijke heer? Waarom houdt u me voor de gek? U bent toch een verstandig persoon, dus waarom zou een verstandig persoon dit oude versleten wattendekje willen ruilen voor een kostbare deken?" Hij dacht, dat Sanatana Gosvami een grapje met hem maakte.

Pas toen Sanatana Gosvami hem er ernstig om verzocht, gaf hij zijn waardevolle deken aan die arme man en nam zijn versleten dekje mee naar Sri Caitanya Mahaprabhu. Sri Caitanya Mahaprabhu werd zo blij te zien, hoe Sanatana Gosvami de principes van sannyasa asrama strikt volgde. Hij was zeer tevreden, dat Sanatana Gosvami met de genade van Krsna alle aantrekkingskracht voor materiële zintuigobjecten had verloren.

Die deken was zijn laatste materiële gehechtheid en nu had hij deze ook volkomen opgegeven. Dus Caitanya Mahaprabhu was erg blij om Sanatana Gosvami in die conditie te zien, geheel afhankelijk van Krsna zonder gehecht te zijn aan enig aards goed. Toen ging Sanatana Gosvami op nederige wijze bij Mahaprabhu te rade.

[Srila Narayana Maharaja:] Dank je wel. Dit is de methode. Wat is de strekking van dit verhaal? Een toegewijde dient vanaf het begin van zijn leven Sanatana Gosvami te volgen, die alles achterliet - positie, rijkdom en geld. Hij liet zelfs een dienaar met één munt achter. Hij liet zelfs die deken achter en nu had hij niets meer. Hij gebruikte een oude dhoti om in vier stukken te scheuren voor zijn boven- en onderkleding. Hij had niets anders. Hij had geen geld. Hij had niets over. Als iemand een hoge klasse toegewijde wil zijn om een Vaisnava te worden, moet hij datgene doen, dat Sanatana Gosvami heeft gedaan. Hij moet niet komen aanzetten met zoveel rijkdom in zijn zak of met een groot saldo op de bank. Anders kan hij dit proces niet volgen. Hij moet komen als een bedelaar van de straat.

Ik kan jullie het levensverhaal vertellen van jullie Srila Prabhupada, mijn vriend, Bhaktivedanta Svami Maharaja. Hij heeft me dit verhaal zelf verteld. Ik denk, dat hij dit nooit aan anderen heeft verteld, maar ik ga jullie dit vertellen. Toen hij inwijding nam van Srila Prabhupada Bhaktivedanta Sarasvati Thakura, heeft hij me dit geheim verteld. "Ik nam initiatie en begon toen Srimad-Bhagavatam te lezen, te chanten en te herinneren en ik had mijn werk bij Bengal Chemical, het bedrijf, dat ik toen bestuurde." Hij was niet alleen bestuurder, hij was de enige eigenaar. Maar hij vreesde, dat Krsna van iemand, die chant, herinnert en Krsna volgt, een bedelaar zou maken. Wat moest hij doen?

"Ik zat te prakiseren en te piekeren en ik zat in een dilemma. Ik maakte me hierover altijd zorgen, maar ik ben nooit gestopt met chanten, horen en Srimad-Bhagavatam lezen. Ik bleef de opdracht van mijn Guru strikt volgen." Na enige tijd ging Bengal Chemical failliet. Daar vertrok hij; hij moest wel vertrekken. Toen ging hij naar Allahabad en startte op grote schaal een medische fabriek op, maar die ging na twee jaar ook failliet. Toen begon hij een zeer vooraanstaande winkel, waar de minister president van India inkopen kwam doen, maar na twee of drie jaar ging deze ook failliet. Toen is hij gaan werken als artsenbezoeker. Hij maakte nieuwe medicijnen en bracht ze zelf aan de man, maar daarmee ging hij ook bankroet. Toen kwam hij berooid naar mij toe en zei, "Nu heb ik geen cent meer. Ik heb niets meer over." Dus Krsna doet dat met degenen, van wie Hij houdt.

De betekenis van het verhaal over Sanatana Gosvami is, dat je hem met lege zakken zal moeten volgen zonder iets bij je te houden, indien je een zeer zuivere, hoge klasse toegewijde wilt zijn. Dan alleen kan Krsna jou bhakti geven, anders niet. Anders zal je jouw toewijding moeten opgeven en terugkeren naar de plek, waar je voorheen was. Dus je moet Sanatana Gosvami proberen te volgen, als je hoge klasse, kostbare prema-bhakti wilt hebben. Dan zal je dit zeker moeten doen.

We weten, dat iedereen, die bhakti-yoga heeft beoefend, de methode heeft gevolgd van Rupa, Sanatana, Raghunatha, ook Narottama Thakura, een koningszoon, Syamananda, Baladeva Vidyabhusana, Bhaktivinoda Thakura, die ook een hoge positie bekleedde en alles achterliet. Srila Prabhupada en Svamiji waren ook hoge klasse. Zijn vader was een zeer rijk persoon. Onze Guru Maharaja leefde ook als een prins. En de vader van Srila Bhaktivedanta Svami Maharaja was een zeer welgesteld persoon, maar hij liet alles achter voor krsna-prema.

Krsna-prema heeft veel meer waarde. Met alle rijkdom kun je geen krsna-prema krijgen. Je moet op zekere dag een bedelaar worden. Zodra je dat bent, kan Krsna jou zoveel rijkdom geven, zoals Hij dat deed met Yudisthira Maharaja, Prahlada Maharaja, Nanda Maharaja en ook Svami Maharaja. Hij had zoveel rijkdom, lakhs en lakhs dochters en zonen en zoveel centra, zoveel koeien overal. Niemand kan geloven, hoeveel succes hij heeft geoogst. Dus jullie moeten proberen deze lijn te volgen. Het is niet erg gemakkelijk, maar we moeten dit volgen. Dit is de manier om krsna-prema te krijgen.

Gaura premanande!

Transcribent Engels: Vicitra dasi



CC DEZE LEZING VALT ONDER CREATIVE COMMONS NAAMSVERMELDING-GEENAFGELEIDEWERKEN (CC BY-ND 4.0) INTERNATIONALE PUBLIEKE LICENTIE. GEBRUIK IN ZIJN GEHEEL EN ONGEWIJZIGD ONDER VERMEL-DING VAN AUTEUR, VERTALER, LICENTIE EN UITGEVERS ZOALS BESCHREVEN ONDER REFERENTIES.

Referenties
Licentie overzicht: https://creativecommons.org/licenses/by-nd/4.0/legalcode.nl
Auteur (spreker) Engels: Sri Srimad Bhaktivedanta Narayana Gosvami Maharaja
Uitgever India: Pure Bhakti/Teachers/Bhakti Discourses, "Sanatana Gosvami Comes To Sri Caitanya Mahaprabhu"
Vertaling Nederlands: Jaya Radhe/Bhakti Lezingen, "Sanatana Gosvami komt bij Sri Caitanya Mahaprabhu"
Vertaler Nederlands: © 2022 Indira dasi CC BY-ND 4.0 Enkele rechten voorbehouden
Uitgever: Pro Deo Uitgever Jaya Radhe





DIT DOCUMENT IS BESCHIKBAAR IN PDF
Vorige <= Zeg tegen jouw verstand
Volgende => De voldoening van Krsna

TOP

title=""