12 februari 2022
śrī śrī guru gaurāṅgau jayataḥ!
Kom met mij mee naar Nandagaon
Een siddha (perfecte) toegewijde zoals Uddhava doet drie keer per dag ahnik en jullie moeten proberen hem te volgen. Als je niet chant en mediteert op de gayatri mantra, Gopal mantra en andere mantras, die guru jouw heeft gegeven, hoe kun je dan een relatie met Krsna ontwikkelen? Dan is het zeker, dat je niet in staat bent om vooruitgang te maken. Zelfs Krsna, Ramacandra en Sri Caitanya Mahaprabhu chantten drie keer per dag. Vroeg in de ochtend namen ze een bad en gingen chanten. Vergeet dit niet te doen. Laat dit niet achterwege anders word je steeds zwakker. Toen Uddhava klaar was met zijn ahnik, kwam juist de zon op. bhagavaty udite surye ["Toen de goddelijke zon was opgekomen, zagen de mensen van Vraja de gouden koets voor de deur van Nanda Maharaja staan. 'Van wie is die wagen?' vroegen ze" (Srimad-Bhagavatam (10.46.47).] De gopis hielden onder elkaar een gesprek over de wagen. Een gopi zei, "Er staat hier een prachtige gouden wagen. Wie heeft die gebracht? Dit is erg gevaarlijk. We hebben een dergelijke gouden koets gezien, waarop Akrura kwam om Krsna en Balarama te halen en nu wonen ze in Mathura. We hebben gehoord, dat Kamsa is vermoord, dus misschien is deze wagen daarom hier naartoe gekomen." In de Vedische cultuur voeren verwanten van iemand, die is overleden, twaalf of dertien dagen erna een samskara uit en bieden een offer van geschenken aan genaamd pinda-dan. Dit wordt vooral in Gaya gedaan, waar Mahaprabhu naartoe ging om Zijn vader pinda aan te bieden. Pinda wordt samengesteld uit rijst en andere voedingsmiddelen en wordt aangeboden aan de ziel, die zijn lichaam heeft verlaten. De sakhi vervolgde, "Misschien is het vandaag twaalf dagen geleden en willen de verwanten van Kamsa hem pinda-dan geven. Zijn verwanten kunnen waarschijnlijk niet voor elkaar krijgen om die pinda in Mathura uit te voeren, dus zijn ze naar Vrndavana gekomen. Ze moeten kunnen weten, dat wij gopis dood gaan zonder Krsna. Ze moeten vast weten, dat het heel eenvoudig is om ons hart te gebruiken om wat pinda-dan te maken voor een offer aan de ziel van Kamsa." Een andere sakhi zei, "Krsna is nu Koning van Mathura geworden, weet je wel. Hij is nu geen koeherder meer; Hij hoedt geen koeien meer. Hij is een koning en heeft Zijn koerier met deze gouden koets gestuurd. Waarom? Hij wil een boodschap overbrengen, 'O moeder Yasoda, O Vrajavasi's, denken jullie niet, dat ik nog een koeherder ben. Hier ben ik niet als een dienaar koeien aan het hoeden. Nu ben ik koning en vorst van heel Mathurapuri.' Daarom heeft Hij een koerier gestuurd - gewoon om tegen Zijn moeder en vader en anderen te zeggen, 'Kijk eens hoe rijk ik ben. Ik ben zo rijk, dat ik zelfs een lage klasse boodschapper op een gouden koets kan sturen.' Hij heeft deze koerier alleen gestuurd om Zijn rijkdom aan ons allemaal te tonen." Uddhava had gehoord, wat de gopis hadden besproken en dacht, "Oh, ik heb het verkeerd gedaan. Ik ben gekomen om hen te troosten, maar ik ben met een gouden wagen gekomen! O Aarde, splijt alsjeblieft open. Ik wil de grond in zakken. Waarom ben ik hier naartoe gekomen? Ik kon geen onderscheid maken tussen wat gepast is en wat niet. Wat moet ik nu doen?" Uddhava had spijt in dat bos van Kadamba Kyari of Uddhava Kyari. Kadamba Kyari betekent bos, dat vol staat met duizenden rijen kadamba-bomen. Nadat hij dat lied had gehoord van de gopis, die treurden om Krsna en Hem soms straften met woorden als 'zwarte bedrieger' en andere scheldnamen, werd deze plek bekend als Uddhava Kyari. sri-suka uvaca su-vismitah ko 'yam apivya-darsanah ["Sukadeva Gosvami zei, 'De jonge vrouwen van Vraja waren verbaasd bij het zien van de dienaar van Sri Krsna, die lange armen had, wiens ogen leken op een jonge lotus, die een gele dhoti en een lotusslinger droeg en wiens gelaat schitterde met glanzend gepoetste oorringen. "Wie is die knappe vent?" vroegen de gopis. "Waar is hij vandaan gekomen en aan wie verleent hij diensten? Hij draagt Krsna's kleding en ornamenten!" De gopis gingen om Uddhava heen staan, wiens toevlucht de lotusvoeten van Sri Uttama-sloka, Sri Krsna, was'" (Srimad-Bhagavatam 10.47.1-2).] Alle gopis hadden deze dienaar van Krsna gezien en dachten, "Misschien is Zijn koerier gekomen. Wat is hij mooi! Kanja locanam - zijn ogen lijken op lotussen. Pralamba bahum - en hij heeft lange armen. Pitambaram - hij gaat gekleed in een gele dhoti. Puskara-malinam - en hij draagt een lange vanamala bloemenslinger. Mukharavindam parimrsta - zijn lotusgezicht glanst met schitterende oorringen en hijzelf is heel knap. Hij lijkt op een tweede Krsna." Prema heeft zijn eigen 'etiquetten'. Als de gopis gek worden in een bui van afgescheidenheid, omhelzen ze een tamal-boom, dan lachen ze en maken grappen en denken, "Hier is Krsna." Wanneer ze een donkere wolk zien, omarmen ze die en beginnen te lachen en grappen te maken en voeren er een spel mee uit. In dit opzicht ziet Uddhava er hier uit als Krsna. Krsna had hem Zijn eigen pitambara en Zijn eigen vanamala slinger gegeven. De geur van Krsna's lichaam heeft een bijzondere soort heerlijk aroma en dit aroma stroomde uit de vanamala en pitambara. De gopis vroegen zich af, "Wie is hij en waarom is hij hier naartoe gekomen? Hij zou wel eens een boodschapper of een dienaar van Krsna kunnen zijn." Een tweede sakhi vroeg, "Hoe kom je dat te weten?" Een andere sakhi antwoordde, "Onze ogen kunnen ons bedriegen, maar onze neus bedriegt ons niet. Onze neus kan het aroma van Krsna's lichaam waarnemen. Alles dat Hem toebehoort, inclusief Zijn pitambara, murali fluit en Zijn vanamala, heeft deze geur. Krsna's lichaam ruikt beter dan beli, cameli, jui en alle andere bloemen. O sakhi, ik weet dat hij syam (zwart) is, maar niet Syama - hij is zwart, maar niet die zwarte Krsna. Wie is hij? Hij moet Krsna's dienaar zijn." Een andere sakhi zei, "Sakhi, weet je, Hij heeft zijn koerier gestuurd, maar om welke reden? Waarom komt die koerier naar ons toe? Hij zou naar Nanda bhavan moeten gaan, naar het huis van Nanda Baba en Moeder Yasoda, want zij hebben een bloedverwantschap met Krsna. Wij hebben geen bloedverwantschap. Zelfs als een zoon iets doet tegen zijn moeder en vader in en ook al is hij ver weg, een bloedverwantschap blijft bestaan. Het bestaat voor altijd - voor de duur van zijn hele leven - en dat kan niemand veranderen. Maar wij hebben niet zo'n relatie met Krsna. Vanaf het begin heeft Hij aanvaard, dat er een of andere relatie bestaat, en wij hebben dat geaccepteerd, maar als Krsna dat nu is vergeten, hebben wij dat ook opgegeven. Onze relatie was geen bloedverwantschap, dus waarom komt hij hier naartoe? Hij zou naar Krsna's ouders moeten gaan om hen te troosten. Wij zijn niet van Krsna en Krsna is niet van ons." anyatha go-vraje tasya ["We zien niets, dat Hij waard kan achten Zich in deze koeweiden van Vraja te herinneren. De banden van genegenheid voor eigen familieleden zijn immers moeilijk te verbreken, zelfs voor een wijze. We zien verder geen reden om naar ons toe te komen" (Srimad-Bhagavatam 10.47.5).] Zelfs als een muni of iemand in de wereldverzakende levensorde aan zijn moeder denkt, denkt zijn moeder ook aan hem. Stel je voor, dat een moeder thuis zit en haar zoon bevindt zich kilometers verderop. Wanneer de golven van haar hart aanzwellen, zullen ze haar zoon bereiken. Of als de zoon sterk aan zijn moeder of zijn geliefde denkt, zal de gedachtenstroom de geliefde bereiken en beiden zullen elkaars hart realiseren. Maar wij hebben deze soort relatie met Krsna niet. Onze relatie met Hem kon alleen bestaan, omdat we deze allemaal hadden aanvaard, anders was er geen relatie mogelijk geweest. Tijdens hun onderlinge gesprek smolt het hart van de gopis en hun ogen stonden vol tranen - en Uddhava stond naar hun conversatie te luisteren. Een gopi zei tegen Uddhava het volgende, anyesv artha-krta maitri ["De vriendschap, die aan anderen wordt getoond - jegens degenen, die geen familieleden zijn - wordt gemotiveerd door persoonlijk belang en daarom betreft het een voorwendsel, dat voortduurt, totdat het doel is bereikt. Een dergelijke vriendschap is dezelfde als het belang, dat mannen bij vrouwen hebben, of bijen bij bloemen" (Srimad-Bhagavatam 10.47.6).] "Uddhava, we willen jou een paar vragen stellen, maar we weten niet, of je ze kunt beantwoorden. Je moet ze beantwoorden. Als liefde en genegenheid onbaatzuchtig en zuiver zijn, worden ze nooit verbroken. Ik denk, dat de liefde van Krsna onbaatzuchtig was zonder een zweem van zelfzucht. Wij waren ook onzelfzuchtig, wij hadden een zeer zuivere prema en we hebben nooit iets van Hem willen hebben. Hij heeft ons altijd een plezier willen doen en wij wilden Hem een plezier doen. Maar, Uddhava, kun jij ons vertellen, waarom deze zuivere liefde en genegenheid nu is verbroken?" Uddhava raakte eenvoudig zijn hoofd aan en kon geen antwoord geven. Zonder hulp van de gopis kon niemand een antwoord geven. Deze kwestie is zeer verheven en alleen degenen met zuivere liefde kunnen de diepte hiervan bevatten. Een gopi vervolgde, "Uddhava, waarom geef je geen antwoord? We vragen jou iets en je moet antwoord geven. Er zijn twee soorten liefde en genegenheid. De ene is zuiver, zuiverder dan goud, en de andere is zelfzuchtig." nihsvam tyajanti ganika ["Prostituees verlaten een berooide man, onderdanen een onbekwame koning, studenten de docent, zodra ze hun opleiding hebben afgerond, en priesters een man, die hen heeft betaald om een offer uit te voeren" (Srimad-Bhagavatam 10.47.7).] "Neem het voorbeeld van een prostituee. Uiterlijk vertonen ze grote liefde en genegenheid voor een rijk persoon. Hij kan zwart zijn of ontzettend lelijk, maar als hij rijk is, tonen die prostituees hem zoveel liefde en genegenheid - alsof hun liefde zuiver was. Zodra ze echter die rijke persoon alle rijkdom hebben ontnomen, geven ze hem terstond op." Tot zover had Uddhava niets gezegd. Hij bewoog zijn hoofd niet eens. Hij zat alleen maar te luisteren. Gaura premanande Redacteur Engels: Syamarani dasi [Wordt vervolgd in: "De gopis zegenen Uddhava"]
Referenties |
DIT DOCUMENT IS BESCHIKBAAR IN PDF
Vorige <=
De listen van de bonafide Guru
Volgende =>
De gopis zegenen Uddhava