Menu

Drie overwegingen - voor Siva-ratri

03 maart 2022


śrī śrī guru gaurāṅgau jayataḥ!

Bhakti Lezingen

www.purebhakti.com/teachers/bhakti-discourses/
52-discourses-2009/1033-three-considerations-for-siva-ratri

Publicatie 23 februari 2009, Laatst bijgewerkt 01 maart 2022
nitya-līlā praviṣṭa oṁ viṣṇupāda

Śrī Śrīmad Bhaktivedānta Nārāyaṇa Gosvāmī Mahārāja





Drie overwegingen - voor Siva-ratri



Sri Bhaktivedanta Narayana Er zijn drie overwegingen (vicaras), waarmee de relatie tussen Sri Krsna en Sri Siva kan worden gekend. Eén wordt genoemd tattva-gata-vicara, de overweging van hun relatie op basis van gevestigde, filosofische waarheid. Een andere wordt genoemd aisvarya-gata-vicara, de overweging van hun relatie in het majestueuze spel van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. En de derde is naravat-gata-vicara, de overweging van hun relatie in Krsna's lieftallige, menselijke spel.

Volgens de filosofie (tattva) is Sadasiva het plenaire (voltallige) deel van Sri Krsna en een deelmanifestatie van Sadasiva is Siva. In het perspectief van Krsna's spel in rijkdom en vermogen (aisvarya) is Sri Krsna de vererenswaardige Godheid van Siva, die altijd door hem geliefd is, wordt geëerd en gerespecteerd. In naravat-gata-vicara speelt Krsna echter een andere rol, namelijk die van een gewoon menselijk wezen. Hij voert spel en vermaak uit als een klein kind, dat in Zijn afhankelijkheid niets kan doen. Zijn moeder, Srimati Yasoda devi voedt Hem en komt tegemoet aan al Zijn behoeften. In dit menselijke spel kan Sri Siva naar Hem toekomen en Hem zegeningen geven. In de geschriften genaamd de Purana's staat geschreven, dat Krsna in Dvaraka Siva vereerde om een kind van Zijn vrouw Jambavati te krijgen. Hoewel Siva in dat spel wordt vereerd door Krsna, beschouwt Siva zich nooit superieur. Hij is zich altijd bewust, dat Krsna de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is en dat hijzelf Krsna's eeuwige dienaar is.

Het is van essentieel belang om van deze waarheden een helder begrip te hebben. Iemand, die deze drie perspectieven of overwegingen kent, kan de relatie tussen Siva en Zijn Heer begrijpen.

Gevestigde waarheid

Volgens het principe van filosofische waarheid is Sri Siva een deelmanifestatie van Krsna's plenaire expansie, Sadasiva. Als Krsna wil scheppen, breidt Hij Zich uit als Maha-Sankarsana. Sankarsana, die dit creatieve verlangen bezit, breidt Zich uit als Maha-Visnu (Karanodakasayi Visnu). Dan heeft Maha-Visnu het verlangen om te scheppen en Zijn verlangen neemt de vorm aan van een licht, dat uit het punt tussen Zijn wenkbrauwen voortkomt. De schijn, of de zwakke schemerreflectie van dat licht wordt Sambhu-linga (Siva) genoemd. Veel mensen vereren Sri Siva in de gedaante van Sambhu-linga. Het licht zelf is eeuwig en is niet Sambhu-linga; Sambhu-linga is het schijnsel of de schaduw ervan.

Er bestaat nog een ander schijnsel genaamd Yoni. Dit is de schaduw van Rama-devi. Rama-devi is het spirituele vermogen van Maha-Visnu en in Vaikuntha is Ze de geliefde metgezel, Laksmi-devi, van Sri Narayana. Dit is Haar oorspronkelijke, transcendente gedaante en Haar schaduw is het beperkt bevattende vermogen - Yoni.

Maha-Visnu heeft twee soorten vermogen, waarmee Hij de materiële werelden schept. Eén soort vermogen wordt nimitta genoemd, de instrumentele oorzaak van het scheppen, en de andere wordt upadana genoemd, het ingrediënt of de toegevoegde oorzaak. Instrumentele en toegevoegde oorzaken kunnen op de volgende manier worden begrepen. Stel dat ik zeg, "Ik heb een slang met een stok dood gemaakt." De persoon, die de activiteit heeft gewenst en uitgevoerd, wordt de instrumentele oorzaak (nimitta) genoemd, en de stok is de toegevoegde oorzaak (upadana). In een ander voorbeeld maakt een pottenbakker een pot. Het verlangen of de wil van de pottenbakker om de pot te maken is de instrumentele oorzaak. Het totaal van gereedschappen en grondstoffen om de pot te maken, zoals het wiel, de klei, modder en water, vormt de toegevoegde oorzaak, of het ingrediënt.

Het eeuwige, instrumentele vermogen van Maha-Visnu neemt de gereflecteerde vorm aan van Yoni, het beperkte schaduwvermogen, en de toegevoegde oorzaak neemt de reflecterende vorm aan van Sambhu-linga. Dan treft de schepping plaats door de vereniging van Sambhu-linga en zijn vrouwelijke metgezel, Yoni. Sambhu wordt de linga van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods genoemd, hetgeen betekent, dat hij het gemanifesteerde symbool vormt van Gods mannelijke, geslachtelijke capaciteit en hij verschijnt met het doel om de kosmische manifestatie voor te bereiden. Het vermogen, dat geboorte geeft aan de materiële schepping, is de energie genaamd Maya en haar intrinsieke gedaante is Yoni.

Eigenlijk zijn de oorspronkelijke, instrumentele en toegevoegde oorzaken niet Yoni en Sambhu; ze zijn Maha-Visnu. De materiële natuur in de gedaante van Yoni wil scheppen vanwege de kama-bija (zaad van verlangen), waarmee ze is geïmpregneerd, waardoor ze de tweede instrumentele oorzaak vormt. Het zaad van verlangen gaf haar de aandrang om te scheppen en omdat ze toen wilde scheppen, wordt ze de instrumentele oorzaak genoemd. Sambhu voorziet in de materialen voor de schepping en hij wordt daarom de toegevoegde oorzaak, of het ingrediënt, genoemd. Sambhu, de zwakke reflectie van Gods verlangende blik, consumeert zijn vereniging met Yoni. Onafhankelijk van het verlangen van Maha-Visnu kan hij echter niets doen.

Maha-visnu is de Hoogste, gepersonifieerde Wil en Hij is degene, die de vereniging van Yoni en Sambhu tot stand brengt. Hij is de goddelijk dominerende persoon, de voltallige deelexpansie van Sri Krsna en de schepper van de wereld. Om schepping te laten plaats vinden moet de wens van de Allerhoogste Doener aanwezig zijn. Hij moet aanwezig zijn. De instrumentele oorzaak en de toegevoegde oorzaak moeten worden vermengd met het verlangen of de blik van Maha-Visnu.

De aanvankelijke vorm van de schepping is maha-tattva, het totaal van vierentwintig elementen. [Zie eindnoot 1] Deze mahat-tattva is de reflectie van de kama-bija, het oorspronkelijke zaad van verlangen in Goloka Vrndavana. Het zaad van amoureus creatief verlangen in Goloka is de belichaming van zuivere cognitie. Dit vormt het prototype van het seksuele verlangen in deze materiële wereld, ofschoon het zich zeer veraf bevindt. Het zaad van het aardse seksuele verlangen is dus de verdorven reflectie van het zaad van het oorspronkelijke creatieve verlangen in Goloka Vrndavana.

Dienstverlening in het majestueuze spel

De historische vertellingen, die nu volgen, zijn voorbeelden van aisvarya-gata-vicara, de relatie van Siva met Krsna in het perspectief van Krsna's hoogheid. Deze transcendente geschiedenissen worden geopenbaard in Srimad-Bhagavatam en demonstreren Sri Siva's afhankelijkheid van Hem. Ze onthullen tevens, dat Siva soms zegeningen geeft aan Krsna's vijanden en dat doet om in het spel van God te assisteren, dat wordt uitgevoerd voor het welzijn van alle wezens.

Siva's afhankelijkheid
Srimad-Bhagavatam vertelt over een demoon genaamd Vrkasura, die het verlangen had om zich te amuseren met Siva's echtgenote, Parvati, en zware soberheden uitvoerde om Sri Siva een 'plezier' te doen. Toen Siva aan hem verscheen om hem een godsgeschenk te geven, gaf Vrkasura uitdrukking aan zijn wens om het vermogen te hebben, dat zodra hij het hoofd van iemand zou aanraken, het hoofd van die persoon onmiddellijk zou opensplijten en de persoon zou sterven.

Siva gaf hem dit geschenk en Vrkasura rende meteen naar hem toe om het wapen tegen Sri Siva te gebruiken.

Siva vroeg, "Wat doe je nou?" Hij antwoordde, "Ik pas mijn godsgeschenk toe." Hij zei niet, "Ik wil Parvati hebben." Hij keek eenvoudig naar Parvati en rende toen naar Sri Siva. Siva rende angstig weg en Vrkasura kwam hem meteen achterna. Siva was gekleed in een hertevel, dat hij onderweg verloor, en toen viel ook nog zijn damaru (trommel) op de grond. Hij bleef echter rennen en herinnerde zich zijn Heer. Wie was de Heer, aan wie hij dacht? Dat was Sri Krsna. Dit is aisvarya-gata-vicara.

Siva vloog van het land de lucht in en van het luchtruim naar andere planeten, totdat hij de grenzen van het universum had bereikt, maar Vrkasura bleeft hem achtervolgen. De voorzittende godheden van de hogere planetenstelsels, zoals Brahma, Indra en Candra, konden hem niet tegen het immanente gevaar behoeden en uiteindelijk bereikte hij Krsna's incarnatie, Sri Visnu in Svetadvipa.

Teneinde Zijn toegewijde te beschermen verscheen Sri Visnu als een volmaakte brahmacari. De uitstraling van Zijn lichaam was zowel aantrekkelijk voor Siva als de demoon. Nadat Hij Vrkasura had tegengehouden door hem eerbetuigingen aan te bieden en zijn vertrouwen te winnen door lieve en geruststellende woorden tegen hem te spreken, vroeg Sri Visnu, "Waarom zit je achter Siva aan?"

Vrkasura antwoordde, "Hij heeft me een godsgeschenk gegeven, waarmee ik mijn hand op iemands hoofd kan leggen en het hoofd opensplijt. Nu wil ik dat godsgeschenk op hem toepassen."

Sri Visnu, die als brahmacari was gekleed, zei, "Je bent ontzettend dom. Geloof jij dat godsgeschenk van die vent, die ganja rookt en allerlei ander vergif gebruikt en in crematoria leeft? Geloof je nou, dat hij het gezag heeft en zoveel vermogen heeft om godsgeschenken te geven? Dat geschenk zal zinloos blijken te zijn. Hij neemt jou in de maling. Je zit achter hem aan, maar uiteindelijk zal je zien, dat zijn bonus geen effect heeft. Probeer het uit op jezelf. Leg jouw hand op jouw hoofd. Je zal zien, dat er niets gebeurt."

Vrkasura stemde erin toe, "Ja, ik zal het proberen." Door de vriendelijke woorden van Sri Visnu en door de expansie van Zijn begoochelende energie raakte de demoon in de war. Hij was de kracht en Sri Siva en zijn godsgeschenk vergeten. Hij legde zijn hand op zijn eigen hoofd, het splijtte meteen open en hij stierf. Dit spel toont aan, dat Sri Siva niet onafhankelijk is; zijn vererenswaardige Godheid is Krsna. [Zie eindnoot 2]

Siva's weldoener
Al het spel, dat Siva uitvoert, is bedoeld om iedereen in de suprematie van Sri Krsna te onderwijzen en om iedereen inspiratie te geven Hem te dienen en tot Hem zijn toevlucht te nemen. De volgende geschiedenis is een ander voorbeeld hiervan.

De halfgoden waren eens aan het vechten met de demonen en versloegen hen. De demonen namen hun toevlucht tot hun leider, Maya Danava, die toen drie mystieke vliegtuigachtige woonoorden voor hen maakte. De demonen begonnen op die manier de planetaire systemen te ontmantelen.

Toen de demonen daarna de hogere planetaire stelsels begonnen te vernietigen, gingen de heersers van die planeten naar Sri Siva, gaven zich aan hem over en zeiden, "Beste Heer, wij, halfgoden, staan op het punt van de baan te worden geveegd. We zijn uw volgelingen. Wilt u zo goed zijn ons te redden?"

Siva stelde hen gerust en zei, "Wees niet bang." Hij legde zijn pijlen op zijn boog en schoot ze af op de drie luchtschepen, die door de demonen werden bewoond, en bracht hen allemaal om. De grote mysticus, Maya Danava, gooide toen de lichamen van de demonen in een nectarbron, die hij had geschapen, en bracht de demonen weer tot leven, die praktische onoverwinnelijk waren geworden.

Siva begon zich grote zorgen te maken. Sri Krsna in Zijn gedaante als Sri Visnu zag dit gebeuren en overwoog een manier om hem te helpen met het vernietigen van de demonen. Sri Visnu werd een koe en Sri Brahma werd een kalf. Ze gingen de residenties binnen en dronken de nectar in die bron op. Door middel van Zijn peroonlijke vermogen van religie, kennis, verzaking, rijkdom, soberheid en onderricht enzovoort voorzag Krsna Sri Siva met alles, dat hij voor de strijd nodig had. Hij manifesteerde een strijdwagen, een wagenmenner, een vaandel, paarden, olifanten, een pijl en boog met een schild en Sri Siva zat op de wagen klaar om te vechten. Hij vernietigde de drie woonoorden van de demonen, de bewoners van de hogere planetenstelsels vereerden hem en hij werd bekend als Tripurari, de vernietiger van de drie woonoorden van de demonen.

Dus wees niet bang. Krsna zal je redden, als je jezelf aan Hem overgeeft. Hij heeft dit Zelf in Bhagavad-gita beloofd. Als je jouw volkomen verantwoording in het leven aan Hem overdraagt - niet alleen lichamelijk onderhoud, maar ook intelligentie, zintuigen en de rest, waarover je beschikt - neemt Hij de volledige verantwoording voor jou. Vrees niet. Geen enkel lijden of verdriet kan jou treffen. Je zal bovendien in staat zijn om het gebied van bhakti binnen te treden en voor altijd gelukkig te zijn.

Siva's vererenswaardige Godheid
In de geschiedenis van Aniruddha wordt nader bewijs aangetroffen van de relatie van Sri Siva met Krsna in het spel van Zijn verhevenheid (aisvarya). Aniruddha is de kleinzoon van Sri Krsna. Hij wilde trouwen met de dochter van Banasura, een demonisch persoon, die een volhardende toegewijde was van Sri Siva. Door de zegeningen van Siva had Banasura duizend armen, waarmee hij Siva dienst verleende. Hij assisteerde Siva in zijn beroemde danswerk door met zijn duizend armen het slagwerk uit te voeren, waarmee hij de zegen kreeg om tegen zijn vijanden beschermd te zijn.

Krsna werd ingelicht door Sri Narada, dat Banasura met zijn leger tegen Aniruddha had gevochten en hem had gearresteerd, omdat hij zich intiem had opgehouden met Usa, de dochter van Banasura. Om Aniruddha te redden, had Hij Zijn eigen leger, de Yadu dynastie, gemobiliseerd en trok naar de stad van Banasura. Toen Banasura het leger van Sri Krsna zag oprukken, gaf hij zijn mannen meteen het commando om te vechten.

Op dat moment arriveerde Siva daar, maar in plaats van aan zijn Heer te bidden had hij de zijde van zijn eigen toegewijde, Banasura, gekozen. Hij begon als hoofdcommandant van Banasura persoonlijk tegen Krsna te vechten. Hij schoot verscheidene wapens op Krsna af, inclusief zijn Pasupata-astra en zijn grootste wapen, de Siva-jvara, maar ze misten allemaal hun doel.

Banasura gooide met zijn duizend armen zijn wapens tegen Krsna in de strijd. Krsna amputeerde toen met Zijn Sudarsana cakra al zijn armen, behalve vier. Siva realiseerde zich tenslotte, dat hij geen kans zag zijn toegewijde te redden en gaf zich over aan Sri Krsna door zijn hartgemeende gebeden aan Hem op te zenden [Zie eindnoot 3].

Nadat Krsna de gebeden van Siva had aangehoord, zei Hij tegen hem, dat aangezien Banasura de zoon was van Bali Maharaja en de achterkleinzoon van Prahlada Maharaja en omdat Banasura door Siva zelf werd begunstigd, Hij niet alleen het leven van Banasura zou sparen, maar dat Hij hem onsterfelijk zou maken.

Siva neemt zijn toevlucht
Volgens Srimad-Bhagavatam en Skanda Purana heeft Krsna, toen Hij in Dvaraka woonde, dikwijls Zijn gedaante van de vierarmige Vasudeva aangenomen. Hij was daar eigenlijk als zodanig beroemd. In die tijd was er een koning genaamd Paundraka, die twee kunstarmen aan zijn lichaam had laten zetten en verklaarde, "Krsna is niet de vierarmige Vasudeva. Ik ben die Vasudeva." Hij stuurde een bericht naar Sri Krsna met de verklaring, "Stop de naam van de vierarmige Vasudeva op te eisen, want dat ben ik." Nadat Krsna en Zijn koninklijke familie een aanzienlijke tijd dubbel hadden gelegen van het lachen, stuurde Hij een antwoord op de uitdaging en was bereid te vechten.

De koning van Kasi was een getrouwe toegewijde van Sri Siva en hij had de zijde van Paundraka Vasudeva gekozen. Voorafgaand had hij een zegening van Siva gekregen, waardoor hij in staat werd gesteld om Krsna in de strijd te verslaan. In deze strijd echter werd de koning van Kasi niet alleen verslagen, maar ook gedood. Met behulp van Zijn Sudarsana cakra bracht Krsna Paundraka om en met Zijn pijlen vermoordde Hij de koning van Kasi. Na de onthoofding van de koning liet Hij het hoofd in de stad Kasi werpen.

De koning had een zoon genaamd Sudaksina, die vastbesloten was de dood van zijn vader te wreken. Sudaksina vereerde aldus de meester van Kasi, Visvanatha - Sri Siva - die hem toen de instructie gaf om een bepaalde rituele ceremonie uit te voeren, waarmee een vuurdemoon kon worden opgeroepen om de vijand te doden. Siva gaf tevens toestemming aan zijn kwaadaardige metgezellen om de vuurdemoon te vergezellen, waardoor Dvaraka onder vuur kwam te liggen.

Krsna riep Zijn Sudarsana cakra op, die de demoon bevroor en hem dwong naar Kasi terug te keren en zijn scheppers te vernietigen. De Sudarsana cakra volgde de demoon naar Kasi en legde bovendien de hele stad in de as.

Zelfs Sri Siva zelf moest toen uit die stad wegvluchten. Hij wist niet, waar hij zijn hertevel had verloren. Hij liet ook zijn drietand en de rest achter inclusief zijn vrouw en maakte zich snel uit de voeten. Hij arriveerde in een plaats in Navadvipa [Zie eindnoot 4] riep Harihara-ksetra aan, waar hij zijn toevlucht nam tot Sri Caitanya Mahaprabhu [Zie eindnoot 5]. Van Navadvipa ging hij naar Ekamra-kanana (nu Bhuvanesvara) in de buurt van Puri in Orissa, waar hij zijn toevlucht nam tot Sri Krsna in Zijn gedaante als Sri Jagannatha. Dit spel is aisvarya-gata-vicara en openbaart tevens, dat Sri Caitanya Mahaprabhu, of Sri Krsna, de vererenswaardige Godheid is van Sri Siva.

Dienstverlening in menselijk spel

De verering van Sri Siva door Sri Ramacandra is een voorbeeld van naravata-gata-vicara, een lief menselijk spel. Zoals eerder gezegd speelde Rama de rol van een gewoon mens, die de moeilijke taak had om de oceaan over te steken om naar Lanka te gaan. Hij vereerde Siva voor de kracht om dit te doen.

Sri Rama installeerde een linga van Ramesvara Mahadeva en ging hem vereren met de gedachte, "Met de genade van Siva kan Ik de zee oversteken." Eigenlijk was Hij sterk genoeg om Zelf in een seconde de zee over te springen, maar Hij speelde een rol om gewone mensen inspiratie te geven. De gewone mensen, die daar aanwezig waren, dachten dat Ramesvara Mahadeva de meester was van Rama en dat daarom zijn naam Ramesvara was. Toen verschenen de halfgoden en verklaarden, "Ramesvara Mahadeva en Rama zijn alletwee dezelfden. Er is tussen hen geen verschil. Alletwee zijn isvara; Ze zijn alletwee God, de Allerhoogste Godheid. Gewone mensen denken, dat Ramesvara de Heer van Rama is, maar ze zijn niet bijster slim, want dit is niet het geval." Op dat moment manifesteerde Sri Siva zich uit de linga en zei, "Nee. Probeer deze waarheid te begrijpen. Ramesvara betekent 'Hij wiens Heer Rama is'. Rama is mijn Meester."

Het spel van Sri Rama wordt beschreven in Ramayana, Srimad-Bhagavatam, de Purana's en Rama-carita-manasa en het heeft plaats in een voorgaand tijdperk genaamd Treta-yuga. De demonenkoning, Ravana, had de vrouw van Sri Rama, Sita-devi, ontvoerd en naar Lanka gebracht. Voordat Rama wist, waar Sita naartoe was gebracht, moest Hij vreselijk huilen en Laksmana probeerde Hem te troosten. Hoe meer Laksmana Hem probeerde te kalmeren, hoe harder Hij begon te huilen. In die staat van bewustzijn zocht Hij onder de bomen en bij de bosdieren en zelfs bij de Godavari Rivier. Hij vroeg de bomen van het Panjatavi bos, "O Panjatavi, heb je Sita gezien? Waar is Sita naartoe gegaan? O hert, heb jij Sita gezien? O Godavari, heb jij Mijn lieve Sita gezien? Waarom heeft Ze Me verlaten?" Sri Rama werd gek van ontroostbaar verdriet.

Op dat moment kwamen Sri Siva en zijn vrouw Sati naar het Dandakaranya Oerwoud, waar Sri Rama met Sita en Zijn broer Laksmana gedurende veertien jaar had geleefd in navolging van de opdracht van Zijn vader, Koning Dasaratha. Siva was daar dus aanwezig om getuige te zijn van het goddelijk spel van Sri Rama en bij het aanschouwen ervan smolt zijn hart. Hij bood zijn volkomen eerbetuiging aan met al zijn ledematen op de grond en verheerlijkte Rama, "Oh! Dit spel is zo mooi, dat het hart smelt van iedereen, die het ziet." Toen liep hij om de buitenste grens van het gebied heen en huilde vanwege het transcendente verdriet in afgescheidenheid, dat in het spel van zijn Meester werd vertoond."

Siva bood zijn laatste eerbetuigingen aan en stond gereed om terug te keren naar Kailasa, toen Sati hem vroeg, "Mijn dierbare echtgenoot, aan wie bied jij jouw eerbetuigingen aan?" Sri Siva antwoordde, "Sri Rama is mijn vererenswaardige Godheid. Ik eer Hem altijd." Sati zei, "Volgens mij is Rama een gewone man, die om zijn vrouw treurt. Zelfs ik weet, waar Sita is en Hij zou dat niet weten? Waarom treurt Hij? Hij lijkt wel een zwak persoon. Is Hij niet sterk genoeg om Sita terug te halen? Hij moet een gewone man zijn, geen God. Waarom geef je Hem zoveel eer?"

"Wat ben je dom," zei Siva tegen zijn twijfelende vrouw. "Begrijp je niet, dat Rama de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is?" Hij vertelde haar, dat ze een proef op de som kon nemen om de positie van Sri Rama vast te stellen, als ze hem niet zou willen geloven.

Sri Siva zat een eindje verderop onder een banyan boom uit te rusten en Sati wijzigde met haar inherent mystieke vermogen haar gedaante in die van Sita. Ze ging naar de plek, waar Sri Rama op betreurenswaardige manier naar Sita liep te zoeken. Ze dacht, als ze bij Rama zou verschijnen als Sita, dat Hij naar haar toe zou komen en haar in een vreugdevolle opluchting zou omhelzen, omdat Hij zou denken, dat Hij Zijn vrouw had teruggevonden. Ondanks dat ze keer op keer voor Hem verscheen, had Hij voor haar geen aandacht. Hij keek eenvoudig de andere kant op. Uiteindelijk zei Hij tegen haar, "Moeder, waarom loop je hier in jouw eentje door het bos? Waar is jouw echtgenoot Siva?"

Sati was verbijsterd en werd bang. Ze vroeg zich af, hoe Rama wist, wie ze werkelijk was. Ze knielde eerbiedig en op dat moment zag ze niet langer de bomen, planten en het wild in het bos zoals voorheen. Ze zag Sita-Rama overal en in alles. Waar ze in het bos ook keek, hier, daar, overal - ze zag alleen Sita-Rama, Sita-Rama, Sita-Rama.

Op deze manier liet Sri Rama aan Sati zien, dat Hij en Sita eeuwigdurend onafscheidelijk zijn, dat Hij dit dramatische spel speelde om de aandacht en de herinnering hieraan van de mensen te trekken en dat Hij in feite de Peroonlijkheid Gods was. Ze dacht, "Mijn echtgenoot is nooit in onwetendheid. Hij had gelijk en ik had ongelijk." Ze kwam weer overeind en zag, dat Rama daar nog steeds met Laksmana alleen in het bos zat te huilen, "Oh Sita, waar ben Je, waar ben Je?"

Ze nam haar eigen gedaante weer aan en ging terug naar de plek, waar Siva onder de banyan boom zat te wachten. Hij vroeg haar, "Heb je Hem getest om te zien wie Hij is?"

Sati loog, "Meest gerespecteerde echtgenoot, ik geloofde jou, dus ik hoefde Hem geen test af te nemen."

Siva zag in een trance, wat werkelijk was gebeurd en legde stilzwijgend de gelofte af, "Sati heeft de gedaante van Sita, mijn moeder, aangenomen en daarom is ze niet langer mijn vrouw. Ze is nu mijn moeder en van nu af aan zal ik haar als zodanig behandelen."

Toen hij deze gelofte aflegde, strooiden de halfgoden meteen bloemen uit de hemel en prezen hem, "Je hebt een opmerkelijke gelofte afgelegd."

Sati vroeg, "Welke gelofte heb je afgelegd?"

Siva bleef zwijgen.

De bonafide discipel heeft altijd vertrouwen in zijn zelfgerealiseerde guru. Sri Siva was de Guru van Sati, maar ze had hem niet geloofd, toen hij haar vertelde, dat Rama de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is. Als een leerling zijn gurudeva niet gehoorzaamt, neemt zijn bhakti en zijn spirituele leven af. Als een leerling tegen zijn gurudeva liegt, gaat hij naar de hel.

Toen Sri Siva en Sati-devi terugkeerden naar hun hut in Kailasa, zette Siva haar zitplaats tegenover de zijne. In de Vedische cultuur zit een echtgenote aan de linker zijde van haar echtgenoot en een moeder, die wordt gerespecteerd als guru, zit tegenover haar zoon en kijkt hem aan.

Een discipel geeft zijn gurudeva geen eerbetuiging aan de rechter of linker zijde van zijn guru, maar altijd pal vóór hem. Een ware discipel blijft niet zwijgen, maar stelt op respectvolle wijze relevante vragen aan zijn guru en verleent diensten aan hem. Hij stelt geen vragen met een uitdagende houding, maar juist om iets te leren. In Bhagavad-gita (4.34) staat geschreven,

tad viddhi pranipatena
    pariprasnena sevaya
upadeksyanti te jnanam
    jnaninas tattva-darsinah

["Leer de waarheid door een geestelijk leermeester te benaderen. Vraag op ondergeschikte wijze aan hem en verleen diensten aan hem. De zelfgerealiseerde zielen kunnen jou kennis overdragen, omdat ze de waarheid hebben gezien."]

Sri Siva ging duizenden jaren in trance en Sati ervoer diepe afgescheidenheid van hem. Ze dacht, "Siva heeft me verlaten. Hij behandelt me als zijn moeder, omdat ik de gedaante van Sita had aangenomen. Zo lang ik in dit lichaam zit, zal hij me niet als zijn vrouw accepteren, dus zal ik dit lichaam moeten opgeven."

Na enige tijd begon de vader van Sati, Daksa, zoon van Sri Brahma en grootvoorouder van het universum, met een offer. Hoewel ieder offer bedoeld is om de Allerhoogste Sri Visnu een plezier te doen, worden alle halfgoden, vooral Sri Brahma, Sri Siva en andere vooraanstaande halfgoden uitgenodigd om deel te nemen. Sri Siva was echter niet voor het offer van Daksa uitgenodigd.

De kuise Sati hoorde de hemelse bewoners, die door de lucht vlogen, over een groot offer spreken, dat door haar vader zou worden uitgevoerd. Ze zag, dat de echtgenotes van de hemelse bewoners waren gekleed in fijne stoffen en uit alle richtingen kwamen om het offer bij te wonen. Ze benaderde haar echtgenoot en zei, "Mijn dierbare Heer, jouw schoonvader is een groot offer aan het uitvoeren. Alle halfgoden, die door hem waren uitgenodigd, gaan er naartoe. Als je wilt, kunnen wij er ook naartoe gaan."

Sri Siva waarschuwde haar om er niet naartoe te gaan vanwege haar vaders vijandigheid en afgunst op hem - een vijandschap die al lange tijd bestond en in een voorgaand Tijdperk was begonnen. Siva kon zich nu de harde woorden van zijn schoonvader herinneren. Siva was naar Daksa's raad gekomen, waar Daksa werd geëerd door vele leiders uit het universum. Daksa's dochter was getrouwd met Sri Siva, dus hij beschouwde Siva als zijn zoon. Hij bood eerbetuigingen aan Brahma, want Brahma was zijn vader, maar hij toonde geen enkel respect aan Siva. Sri Brahma verwelkomde Daksa, maar Siva was in meditatie verzonken en zat de maha-mantra te chanten. "Hare Krsna Hare Krsna Krsna Krsna Hare Hare, Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare."

Daksa voelde zich beledigd door de schijnbare veronachtzaming door Siva, hij beschouwde zich superieur aan Siva en bekritiseerde hem in het openbaar. Als gevolg daarvan hadden verscheidene incidenten plaats en Siva keerde terug naar Kailasa. Hieraan voorafgaand had Daksa Siva meermalen bekritiseerd, omdat hij onaangenaam verstoord was door het feit, dat zijn dochter een dergelijk 'inferieur persoon' had getrouwd, en na dit incident beschouwde hij Siva als zijn vijand. Siva daarentegen had nooit enige vijandigheid jegens Daksa gevoeld.

Nu zei Siva tegen Sati, "Een vrouw kan zonder invitatie haar guru bezoeken of haar vader en moeder, maar als haar vader denkt, dat haar echtgenoot zijn vijand is, moet ze niet naar hem toegaan. Je weet, dat jouw vader mij als zijn vijand ziet, hoewel ik hem nooit als zodanig heb beschouwd."

Ondanks de woorden van haar echtgenoot was Sati vastbesloten om te gaan. Ze ging er naartoe, maar bij haar aankomst zag ze, dat Daksa hem geen respect betuigde. Ze werd boos en vervloekte haar vader en verheerlijkte Sri Siva, waar iedereen bijzat. Terwijl ze mediteerde op de heilige lotusvoeten van Sri Siva, gaf ze haar lichaam op in een mystiek vuur, dat zich uit haar hart manifesteerde.

Door haar lichaam te verlaten was Sati in staat om de verbinding met haar onbeleefde vader te verbreken en zich naar een ander lichaam over te brengen om zonder die besmetting weer met Sri Siva te associëren. Haar belangrijkste motief was echter om bevrijd te raken van het gevolg van haar eigen overtredingen en weer te worden aanvaard als Siva's geliefde echtgenote. In haar volgende leven werd ze geboren als Parvati, de dochter van de Himalaya's. In dat leven heeft ze jaren lang soberheden uitgevoerd en heeft daarmee haar gewenste doel bereikt.

Hier hebben we gezien, dat Rama de vererenswaardige Godheid van Siva is en omdat Sati de gedaante van Sita-devi had aangenomen, had hij haar verlaten. Hij is een kuise Vaisnava, die altijd Sri Krsna en Sri Rama dient. Sati-devi is ook een zuivere toegewijde. Ze is de goddelijke energie van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods en speelde een rol om gewone mensen een lesje te leren.

Zowel Siva als Sati verleenden dienst in het menselijke spel van Sri Rama. Ravana had niet de echte Sita ontvoerd. Hij is niet in staat geweest haar aan te raken. Hij kon alleen maya-sita ontvoeren. De echte Sita, het transcendente vermogen van Rama, werd weggenomen en beschermd door de vuurgod, Agnideva. Het huilen van Rama en Zijn vragen aan iedere plant, boom, berg en rivier, "Waar is Mijn Sita?" was de vertoning van Zijn menselijk spel.

De grote heilige Tulsidasa heeft in zijn Sri Rama-carita-manasa geschreven, dat we Sri Siva-Parvati als onze Guru moeten aanvaarden, dan geven ze ons liefde voor de lotusvoeten van Rama. Degenen die Siva vereren als een onafhankelijke godheid doen hetzelfde als Vrkasura. Ze willen lustbevrediging hebben met het vermogen van Krsna. In plaats van Vrkasura te worden, dienen we toegewijden te worden en Siva-Parvati als onze Guru te beschouwen met betrekking tot devotie voor de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods.

Neem de identiteit van de vererenswaardige Godheid van Sri Siva in ogenschouw. De mantra van Siva is Rama. Hij chant altijd de heilige naam van Rama. Naar wie verwijst deze mantra? Ofschoon de mantra ook verwijst naar Sri Sita-Rama, is de naam, die hij werkelijk chant, die van Mula-Sankarasana, Balarama, de eerste expansie van Sri Krsna. Sri Ramacandra is ook een expansie van mula-Rama (de oorspronkelijke Rama) - Balarama - maar de eigenlijke Godheid van Sri Siva is Balarama.

In hoogste instantie verwijst Rama in de Hare Krsna maha-mantra niet naar Dasaratha's zoon Rama, ook niet naar Parasurama of Balarama. Sri Ramacandra, Sri Parasurama en Sri Balarama zijn allemaal manifestaties van Sri Radha-ramana.

Hare Krsna Hare Krsna, Krsna Krsna Hare Hare / Hare Rama Hare Rama, Rama Rama Hare Hare.

Hier is de betekenis van 'Rama' Radha-ramana, Sri Krsna die Zich met Radha bezighoudt met 'ramana'. 'Ramana' betekent spelen of zich amuseren. Krsna amuseert Zich met speels tijdverdrijf met Radharani en daarom wordt Hij Ramana of Rama genoemd.

Siva kent geen lust
De volgende geschiedenis is nog een voorbeeld van naravata-gata-vicara, of madhurya-gata-vicara. Hier treffen we ook enige tattva-gata-vicara aan en alles bij elkaar is het een beker nectar vol madhurya (lieflijkheid) en tattva (filosofische waarheid) - die erg goed smaakt.

Sri Siva is immens machtig en hij kent geen lust. Hij kan naakt zijn en zijn vrouw Parvati kan naakt op zijn schoot zitten, maar ze hebben geen wellustige verlangens. Als een gewoon meisje en een gewone jongen dicht bij elkaar zijn, vooral zonder kleding, komen lustgevoelens hun hart binnen. Deze val komt echter onder geen enkele omstandigheid voor in het hart van Sri Siva en Parvati-devi.

In dit verband wordt in Canto Zes van Srimad-Bhagavatam een bovenzinnelijk spel beschreven. Siva gaf eens een lezing in een bijeenkomst van grote heilige personen. Parvati zat op zijn schoot en beiden waren helemaal naakt. Op dat moment kwam de verheven toegewijde, Koning Citraketu, langs en zei op vriendelijke toon, "Kijk eens naar de positie, waarin je jouw lezing geeft." Parvati dacht, dat hij Siva bekritiseerde. Ze raakte verstoord bij de gedachte, dat iemand zou denken, dat Siva wellustige verlangens in zijn hart zou hebben, en vervloekte hem.

Koning Citraketu stond op vriendschappelijke voet met Siva en omdat de Guru van Citraketu ook Mula-Sankarsana is, waren hij en Siva godbroeders. Hij heeft nooit de bedoeling gehad te zeggen, dat Siva lust in zijn hart zou hebben. Hij bedoelde alleen te zeggen, dat dit niet de standaard manier was om een lezing te geven.

Sri Siva riep Parvati op het matje en zei, "Waarom heb je hem vervloekt? Hij is een verheven toegewijde. Let op zijn gevorderdheid in bhakti. Hoewel hij competent is om jouw vervloeking te herroepen en jou te vervloeken als vergelding, is hij bereid geweest jouw vervloeking te aanvaarden. Dit is zijn grootsheid - dit is het gedrag van een Vaisnava."

Wellust kan niet in de buurt van Siva blijven. Sri Sadasiva noch Zijn deelmanifestatie van Siva, die met Parvati leeft, hebben lust in hun hart. Toen Kamadeva, Cupido, eens langs kwam om de meditatie van Sri Siva te verstoren, opende Siva eenvoudig zijn derde oog en legde hem in de as.

Hoe kon het dan gebeuren, dat Siva werd aangetrokken door de prachtige gedaante van Mohini-murti? Mohini is een incarnatie van Sri Krsna Zelf en Hij kan doen wat Hij wil. Sri Krsna was degene, die de aantrekkingskracht in het hart van Siva persoonlijk creëerde en die hem deze gedaante van Mohini toonde. In de loop van de dienst aan Krsna's spel en vermaak, wordt Zijn innerlijke, begoochelende energie, yogamaya, zo sterk, dat ze alles voor elkaar krijgt.


_______________________________
[Eindnoot 1 - Mahat-tattva: de vierentwintig elelmenten zijn de vijf grove elementen, de drie subtiel materiële elementen, tien zintuigen, vijf zintuigobjecten en de totale materiële oorzaak.

Eindnoot 2 - "Dus door de gratie van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods Narayana, die transcendent is aan alle materiële kwaliteiten, werd Sri Siva gered van de moord door een demoon. Iedereen, die deze geschiedenis met vertrouwen en toewijding hoort, wordt zeker bevrijd van materiële verstrengeling alsmede van de ketenen van zijn vijanden" (Krsna, Hoofdstuk 88).

Eindnoot 3 - "Sukadeva Gosvami verzekerde Koning Pariksit, dat de vertelling van de strijd tussen Sri Siva en Sri Krsna helemaal niet ongunstig is, zoals gewone gevechten. Integendeel, als men 's morgens de vertelling van dit gevecht tussen Sri Krsna en Sri Siva herinnert en genoegen schept in de overwinning van Sri Krsna, zal hij nimmer worden verslagen in zijn gevecht om het leven" (Krsna, Hoofdstuk 63).

Eindnoot 4 - "Sri Nityananda zei, 'Westelijk van de Alakananda Rivier zien we Kasi, waar de volgelingen van Siva en zijn gezellin streven naar bevrijding. Dit Navadvipa Kasi is echter superieur aan die andere Kasi. Hier is Siva altijd aan het dansen en de naam van Gaura aan het chanten en smeekt zijn volgelingen om gaura-bhakti te aanvaarden. De sannyasis, die duizend jaar in Kasi wonen, kunnen bevrijding krijgen door het cultiveren van jnana, maar hier schoppen de toegewijden die bevrijding aan de kant, wanneer ze dansen en de naam van Gauranga chanten. Terwijl ze hier hun lichaam verlaten, worden levende wezens bevrijd door Sri Siva, die de naam van Gauranga in hun oor chant. Deze dhama wordt daarom Maha-Varanasi genoemd, want hier bestaat geen angst voor de dood" (Sri Navadvipa Mahatmya door Srila Bhaktivinoda Thakura).

Eindnoot 5 - De identiteit van Sri Caitanya Mahaprabhu wordt alsvolgt omschreven, "Volgens de Vedische literatuur is in dit Tijdperk van Kali nama-sankirtana, of gezamenlijk chanten van de heilige naam van God, de belangrijkste plicht van de mensheid. De incarnatie van dit tijdperk predikt dit proces in het bijzonder, maar alleen Krsna Zelf kan de vertrouwelijke, liefdevolle dienstverlening uitleggen, die wordt uitgevoerd in de vier belangrijkste relaties met betrekking tot liefdesaffaires tussen de Allerhoogste Godheid en Zijn toegewijden. Sri Krsna is daarvoor persoonlijk verschenen met Zijn voltallige delen als Sri Caitanya" (Sri Caitanya-caritamrta, Adi-lila 3 Summary).]


Team Harikatha



CC DEZE LEZING VALT ONDER CREATIVE COMMONS NAAMSVERMELDING-GEENAFGELEIDEWERKEN (CC BY-ND 4.0) INTERNATIONALE PUBLIEKE LICENTIE. GEBRUIK IN ZIJN GEHEEL EN ONGEWIJZIGD ONDER VERMEL-DING VAN AUTEUR, VERTALER, LICENTIE EN UITGEVERS ZOALS BESCHREVEN ONDER REFERENTIES.

Referenties
Licentie overzicht: https://creativecommons.org/licenses/by-nd/4.0/legalcode.nl
Auteur (spreker) Engels: Sri Srimad Bhaktivedanta Narayana Gosvami Maharaja
Uitgever India: Pure Bhakti/Teachers/Bhakti Discourses, "Three Considerations - for Siva-ratri"
Vertaler Nederlands: © 2022 Indira dasi CC BY-ND 4.0 Enkele rechten voorbehouden
Vertaling Nederlands: Jaya Radhe/Bhakti Lezingen "Drie overwegingen - voor Siva-ratri"
Uitgever: Pro Deo Uitgever Jaya Radhe





DIT DOCUMENT IS BESCHIKBAAR IN PDF
Vorige <= Sri Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura, schenker van Madhurya-bhakti
Volgende => Nectar stroomt door Navadvipa

TOP

title=""