Menu: Nederlands Engels
25 mei 2022
Maandelijkse On-line Publicatie – Jaargang 2, No. 5 & Jaargang 15, No. 4
Engelse publicatie 14 mei 2009, Laatst bijgewerkt 20 mei 2022
Onvervalst theïsmedoor Śrīla Bhaktisiddhānta Sarasvatī Ṭhākura Prabhupāda
Van alle bewuste
wezens, die interacteren in deze wereld der verschijnselen, neemt de mens de hoogste
positie in en koestert de hoop een dergelijke positie in de toekomst te blijven
behouden, zelfs na de transmutatie van zijn huidige tabernakel. De eigenschap
rationaliteit wordt geassocieerd met de mens, die de hoop koestert zijn onderscheidingsvermogen
zoveel mogelijk op de meest geschikte manier te kunnen aanwenden. We weten, dat we voor onze eigen rationele bezigheden van andere rationele entiteiten afhankelijk zijn om reële demonstratie te bewerkstelligen. Deze afhankelijkheid is een onafscheidbaar element van ons wezen. Desondanks tracht ons ego onophoudelijk alle ongemakken van de aardse atmosfeer uit de weg te ruimen door ons te dwingen enig intrinsiek vermogen van onszelf uit te oefenen. We beschikken
allemaal over materiële zintuigen en deze hebben geen andere voorbeschikking
dan ons bij iedere transactie van gelukzaligheid te verzekeren. Als we dan
ook een individueel geval in ogenschouw nemen, kunnen we zien, dat de impuls
om onze zintuigen te bevredigen ons belangrijkste kenmerk vormt. Deze
karaktertrek, die in zovelen van ons wordt aangetroffen, bevordert dikwijls
nadere verlangens om onze eigen bevrediging in deze wereld te zoeken bij onze
medemensen. Wanneer we op onze zoektocht naar zinnelijk plezier in plaats
daarvan onszelf in de problemen brengen en verwachten, dat anderen ons te hulp
komen schieten, zouden we daarna ook enige moeite moeten doen om een bijdrage te
leveren aan de sociale harmonie. En als we onze neiging om in te breken bij
onze vrienden en medemensen onderdrukken, kunnen we niet leven. Toch
domineert de sociale plicht om onze zintuigen te beheersen al onze beslissingen
vanwege de zorg voor burgerlijke principes. Vandaar dat we ons behoorlijk
beperkt voelen in onze bewegingsvrijheid, terwijl autonomie wordt gezien als
een wenselijke factor voor geluk in het leven. O O O Nu moeten we ons
verlaten op de Absolute Waarheid om ons uit dit dilemma naar een harmonieuze
oplossing te leiden. De pressie van onze behoefte naar geluk verplicht ons om
op rationele wijze na te denken over de voor- en nadelen van onze situatie. In
een dergelijke, rationele overweging merken we op, dat alle verschijnselen
kunnen worden teruggevoerd tot een of andere oorspronkelijke bron. En zelfs
dan raken we teleurgesteld door het idee, dat dit universeel demonstratieve
aspect zelf een heilig toevluchtsoord is van alle voorzieningen, die we nodig
hebben. Daarom vallen we terug op onze voorgaande methode van rationale
overweging in een poging om de nog verborgen schat achter al die exoterische
manifestaties te ontdekken. De esoterische
bron vervangt eeuwigdurend de gebreken van het landschap der verschijnselen.
Vandaar dat we worden gedwongen om Zijn situatie in overweging te nemen,
wanneer Hij in onze visie verschijnt. Hij is eeuwig, zegenrijke kennis en
transcendent aan alle gebieden van mentale speculatie. Zodra we horen, dat
deze Superziel afkondigt geen andere dan zuivere, onbesmette zielen temidden
van Zijn harmonieuze platform te incorporeren, kunnen we niettemin verontrust
raken door achtereenvolgende speculaties van ons verstand: “Waarom zou die
Allerhoogste Ziel, het principaal Transcendente Object, niet de alles omvattende
conceptie opnemen? Dat wil zeggen, waarom zou Hij niet zowel niet-materie als
materie, zowel het deel als het geheel insluiten en waarom zou Hij niet beide
uiteinden van het continuüm van uiteenlopende realiteiten incorporeren?” Toch is het een
feit, dat juist hetzelfde vermogen van ons verstand tot speculeren ons ook
ertoe zal leiden om geloof te hechten aan de theorie, dat God met alles
identiek is, een theorie, waarvan het belangrijkste kenmerk is de totale
ontkenning van iedere soort verschijnsel. Individualisering
is een noodzakelijk element in mij zoals in ieder ander. Ik zie, dat
individuele situaties van ons allemaal het onderwerp vormen van onze
wederzijdse uitwisselingen. Die individuele situaties zijn talrijk en tesamen
met hun gevarieerde talenten binnen de reikwijdte van onze huidige ervaring
van het fenomenale bestaan, vindt iedereen ze rapsodisch. Zou er niet een of
ander onderliggend verband bestaan tussen een dergelijke veelvoud van
posities? Om hetzelfde te bewerkstelligen springen we dan dikwijls naar ideeën
over onpersoonlijke realiteit en dissociatieve relativiteiten. Door op deze
manier absolute eenheid waar te nemen demonstreren wereldse lieden de ijdele
apathie, die inherent is aan hun begripsvorming, welke neerkomt op jaloezie
op de positie van het Absolute Wezen. Louter om hen gerust te stellen toont
het Absolute Wezen hen Zijn aspect van oneindigheid,
dat zich in termen van tijd en ruimte buiten alle aardse, beperkende
aanduidingen bevindt. Ons beperkte perspectief met betrekking tot het fenomenale
domein [de wereld der verschijnselen] mag niet worden toegepast op de
Persoonlijkheid, die een door-en-door onafhankelijk integer vormt. De
Persoonlijkheid Gods dient op nederige wijze te worden benaderd, niet onderhevig
worden gemaakt aan onze wellustige inspectie, alsof Hij een verdachte in de
rechtbank is. We moeten aanvaarden, dat alle bestaansvormen van Hemzelf zijn
en dienen te zijn. Deze benaderingsstrategie wordt onvervalst theïsme
genoemd. Uit: The Gaudiya, Jaargang 25, Nummer 10, Dit artikel "Onvervalst theïsme" kan worden gedeeld met insluiting van licentie Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported (CC BY-SA), waarbij het wordt toegeschreven aan Rays of The Harmonist onder vermelding van auteur, vertaler en uitgever om ervan verzekerd te zijn dat het werk altijd vrij toegankelijk blijft. Referenties |
DIT DOCUMENT IS BESCHIKBAAR IN PDF