Menu: Nederlands Engels
27 januari 2022
śrī śrī guru gaurāṅgau jayataḥ!
Tweemaandelijkse Centenaire Publicatie, Uitgave No. 15
Nāma-bhajana en tijdindelingPassages uit het te verschijnen boek A True Servant, A True Master, een verzameling brieven van Śrī
Śrīmad Bhaktivedānta Vāmana Gosvāmī
Mahārāja Verschijnt voor het eerst in het Engels (en het Nederlands)
26 juni 1975 (Brief 26) Je moet er geleidelijk naar streven om iedere bezigheid met overtuiging uit te voeren. Śrī Bhagavān zal jou zeker bijstaan. Tijdindeling is een speciale deugd, die in het bijzonder geldt voor toegewijden; ze ademen in en ademen uit op het tempo van de tikkende klok en praktiseren śrī nāma. Dit is vooral uitgelegd in de aṣṭa-kālīya-yāma-sevā (dienstverlening in de acht perioden van de dag). 26 juni 1975 (Brief 26) “Goṇā dina phurāiyā gelo – mijn dagen zijn geteld.” Ook al is de tijd om dit te voelen nog niet aangebroken, van tijd tot tijd spelen de waarschuwende woorden van Śrī Bhagavān, die Zelf de onovertrefbare voorzienigheid en onderwerper van de dood is, als een alarmbel in onze oren. Die oorsplijtende waarschuwing dringt ons hart binnen en creëert een woordloos, brandend gevoel van gewaarwording. “Uṭho re uṭho re bhāi, āra to’ samaya nāi – sta op, sta op, broeder. Er is geen tijd meer.” In de oren van ons bewustzijn vormt deze uitspraak voor altijd een echo. Dan klinkt in ons hart de schelle roep om vooruitgang te maken op het pad van het spirituele leven en wordt er het gemompel en de ruis van de sociale, materialistische wereld uitgestampt. Derhalve moeten we alle wereldse plichten en verantwoordelijkheden opgeven en ons verder begeven op het pad naar Nava-vana, naar Vraja-vana. 7 september 1975 (Brief 27) Hoewel ik jouw dagelijkse routine van sadhana-bhajana niet ken, schrijf ik, dat je vroeg kunt opstaan, rond vier uur in de ochtend, een bad kunt nemen en zo mogelijk na het bad jouw ochtend āhnika kunt afronden en dan maṅgala-ārātika van de godsbeelden kunt uitvoeren. Nadat de plichten in de tempelkamer zijn afgerond, kun je, indien de tijd het toelaat, nog wat harināma chanten - tenminste 25.000 [namen]. Als je tijd hebt, voordat je een bad neemt, kun je ook nog wat [harināma] doen. Als je de dienst aan de godsbeelden vroeg in de ochtend afrondt, heb je een heleboel vrije tijd, dus dan kun je jouw honger stillen, voordat het te laat wordt en dan die tijd gebruiken om de granthas te bestuderen. In de namiddag na de bhoga-ārati-kīrtana en de ārati en nadat de godsbeelden naar bed zijn gebracht, kun je een beetje rust nemen. In die tijd kun je ook nog even een heilige tekst bestuderen. Indien die gelegenheid zich niet voordoet, kun je zonder zorgen de granthas bestuderen, nadat je de godsbeelden hebt gewekt en een verkoelend hapje hebt aangeboden. Dan kun je na de sandhya-ārāti en na het offeren van hun avondmaaltijd en nadat je hen naar bed hebt gebracht, rust nemen. Degenen, die de gewoonte hebben om op te staan tijdens brāhma-muhurta of wanneer de zon opkomt, hebben meer dan genoeg tijd om śrī nāma te chanten, eredienst voor de godsbeelden te doen en devotionele geschriften te bestuderen. Op deze manier is een efficiënt gebruik van de tijd de speciale routine van de sādhaka en sādhikā. Als iemand, die ernaar verlangt om hari-bhajana uit te voeren, dit volgt, staat hem het grote geluk te wachten. Ik heb een ruwe schets geschreven. Je kunt jouw diensten en tijd zodanig indelen, dat het voor jouw geschikt is. 20 augustus 1994 (Brief 119)
|
DIT DOCUMENT IS BESCHIKBAAR ALS PDF