Herinneringen aan nitya-līlā-praviṣṭa oṁ viṣṇupāda
Śrī Śrīmad Bhaktivedānta Vāmana Gosvāmī Mahārāja
Passages uit het Voorwoord op A True Servant, A True Master – Letters from Śrī
Śrīmad Bhaktivedānta Vāmana Gosvāmī
Mahārāja
door Śrī Śrīmad
Bhaktivedānta Nārāyaṇa Gosvāmī Mahārāja
Verschijnt voor het
eerst in het Engels (en het Nederlands)
De specialiteit van de rūpānuga ācāryas
Welnu, wat
betekent rūpānuga ?
Iemand, die uitsluitend de ācāra
(het gedrag) en vicāra
(concepties) van Śrīla Rūpa Gosvāmī volgt, die weet,
welke dienst hij in zijn eeuwige svarūpa
verleent (zijn svarūpa-gata-sevā)
en die zijn leerlingen het verlangen of de aspiratie geeft om op dezelfde
manier te dienen, is een rūpānuga
ācārya. Dit is onze sampradāya.
Lang geleden kwam
eerst Śrī Nāradajī, die dienstverlening gaf in de relatie
en het gevoel van dasya-rasa. Er
zijn ook andere grote ācāryas
gekomen, zelfs incarnaties van Bhagavān, maar ze kwamen niet in de buurt
van hetgeen Śrī Caitanya Mahāprabhu heeft gegeven. En
Śrī Caitanya Mahāprabhu heeft op een natuurlijke en spontane
wijze alles, dat Hij kwam geven, op het hart van Śrīla Rūpa
Gosvāmī overgedragen. Waar heeft Hij dit gedaan? Eerst in
Prayāga en daarna in Purī. Iemand, die deze gevoelens van
Śrī Caitanya Mahāprabhu in zijn eigen hart kan opnemen en ze
dan naar het hart van zijn volgelingen kan overbrengen, is werkelijk een van
onze rūpānuga Gauḍīya
Vaiṣṇava ācāryas.
Dit is de reden,
waarom Śrīla Prabhupāda [Bhaktisiddhānta] naar
Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura als mahā-mahā-vadānya verwees. Śrī Caitanya
Mahāprabhu is mahā-vadānya,
maar Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura heeft hetgeen Hij kwam
geven op een gloedniew gouden dienblad uitgedeeld. Waarop lijkt
Śrīla Prabhupāda dan? Wat heeft hij gedaan? Hij heeft
Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura geopenbaard, evenals de hele guru-paramparā, Śrīman
Mahāprabhu en Śrī Śrī Rādhā-Kṛṣṇa.
Degenen, die aan ons een persoonlijkheid zoals Śrīla
Prabhupāda openbaren, worden waarachtig hoog geacht. Wij hebben het
geluk gehad om rond de tijd van de metgezellen van Śrīla
Prabhupāda te zijn geboren. Ik kwam niet lang erna, maar toch had ik
niet het geluk om hetgeen in me op te nemen, dat Śrīla
Prabhupāda had gegeven. Al zijn metgezellen hebben dat wel kunnen doen.
Ons geluk is, dat we de associatie konden hebben van degenen, die de instructie
van Śrīla Prabhupāda hebben gekregen. Als we hun gedrag en begrippen
kunnen bevatten en het gebied van bhagavad-bhakti
kunnen binnengaan, worden we zeer fortuinlijk.
De jonge jaren van Pūjyapāda Bhaktivedānta
Vāmana Mahārāja in de maṭha
Śrīla
Prabhupāda bevond zich in deze rūpānuga
guru-paramparā en beschikte over vele metgezellen. In zeer korte
tijd hebben ze in de hele wereld de boodschap gepredikt, die werd
gepraktiseerd en gepredikt door Śrīman Mahāprabhu. Een van
hen, mijn gurudeva, nitya-līlā-praviṣṭa
oṁ viṣṇupāda Śrī Śrīmad Bhakti
Prajñāna Keśava Gosvāmī Mahārāja stond vooraan
en hij [Śrī Śrīmad Bhaktivedānta Vāmana
Gosvāmī Mahārāja] is zijn vooraanstaande leerling.
Sommigen identificeren zich met hun familie, met hun moeder of vader, maar zijn
identiteit was die van een discipel van onze guru mahārāja. Zijn moeder was een leerling van
Śrīla Prabhupāda. Haar naam was Śrīmatī
Bhagavatī-devī. Zijn vader was een leerling van onze guru mahārāja. Al zijn
andere familieleden – zijn broers, zijn vader en
bijna al zijn ooms – waren leerlingen van Guru
Mahārāja. Zijn moeder had echter eerder dan alle anderen haar toevlucht
tot Śrīla Prabhupāda genomen. Ze vertrouwde pūjyapāda Vāmana
Mahārāja op zeer jonge leeftijd toe aan de zorg van onze guru mahārāja.
Guru Mahārāja was
voor hem als een vader en Śrī Narahari Prabhu, die we de moeder van
de Gauḍīya Maṭha noemden, voedde hem op. Zelfs als de
jongens ’s nachts in hun bed hadden geplast, ging Narahari Prabhu het
schoonmaken. Hij zorgde, dat ze allemaal op tijd in bed lagen, ging hen ’s
morgens wekken en bracht hen naar de maṅgala-ārati.
Hij gaf hen te eten en leerde hen lezen en schrijven. Met veel liefde zorgde
hij voor iedereen. Daarom waren er destijds zoveel mensen in de maṭha. Mensen worden alleen door
guru aangetrokken, als hij hen meer
liefde geeft dan ze van hun familie en de rest van de samenleving krijgen.
Daarom moet guru zo liefdevol zijn.
Dan kan hij iedereen aantrekken.
De kindernaam van pūjyapāda Vāmana
Mahārāja was Santoṣa. Hij kwam oorspronkelijk uit het
district Khulna en vanaf zijn kindertijd werd hij hier in de Gauḍīya
Maṭha opgevoed. Guru Mahārāja schreef hem in bij het
Bhaktivinoda Instituut. Guru Mahārāja onderwees hem alles. Hij gaf
Santoṣa “citroensap” (snoepje) voor ieder vers, dat hij uit zijn hoofd
leerde, dus hij leerde een dozijn of meer verzen per dag. Hij woonde in de āśrama [in Śrī
Caitanya Maṭha] en ging daar naar school [naar het Bhaktivinoda
Instituut naast Yogapītha]. Met hem ging een groot aantal andere jongens
naar school, maar geen van hen bleef brahmacārī
of nam sannyāsa. De meesten
vertrokken. Enkelen bleven. Alle anderen vertrokken.
Pūjyapāda Vāmana Mahārāja had vanaf zijn
kinderjaren een grote liefde voor studie, maar hij verleende ook diensten.
Hij gaf iedereen een eetbord, zette hun āsanas
klaar, legde zout en citroenschijf op hun bord, veegde en dweilde na de prasāda alles schoon, bracht
iedereen drinkwater en maakte de groenten schoon voor
het koken. Dit is een van de hoofddiensten in een Vaiṣṇava tempel
– groenten snijden. Hij kon zo snel groenten snijden, dat je dat niet kunt
voorstellen. Als je even de andere kant op keek, ging het hak, hak, hak, en
klaar. En ieder stukje had dezelfde afmeting, niet één was te groot of te klein.
In de tijd van onze guru
mahārāja deden we veel samen. Wij met nog een of twee anderen
gingen meestal samen met Guru Mahārāja prediken in Medinipur,
Chaubis Pargana en allerlei andere plaatsen, dus dan hadden we alle tijd om
elkaar te leren kennen. Pūjyapāda
Vāmana Mahārāja vertelde ons, dat er eens een overstroming was
in Mayāpura en dat hij daar was komen vastzitten. Hij had een boot
genomen om de rivier op te gaan, toen er opeens een sterke stroming was komen
opzetten, die hem en de boot had weggespoeld. Het was een gevaarlijke
situatie. Hij kon zich op de een of andere manier aan een boom vasthouden en
trok de boot er naartoe. Maar toen zag hij, dat die boom vol slangen zat. De
slangen konden nergens naartoe en hadden hun toevlucht in die boom gezocht.
Overal zaten slangen. Het was erg riskant, want er kon een slang naar beneden
vallen. Hij zei, dat hij zich niettemin aan de boom moest blijven vasthouden
en de namen van Bhagavān moest chanten. Na enige tijd hadden een paar
mensen hem gezien en waren gekomen om hem te redden.
Bidden voor de genade van een buitengewone guru-sevaka
Ik heb met pūjyapāda Vāmana
Mahārāja bijna zestig jaar samengewoond en had de gelegenheid om
hem van dichtbij te observeren en hem te leren kennen. Hij beschikte over
alle kwaliteiten, die aan een Vaiṣṇava inherent zijn. Hij was van
nature eenvoudig, ernstig, nederig, tolerant, liep over van guru-niṣṭhā en was
bereid de Vaiṣṇava’s te dienen. Deze
eigenschappen plaatsten hem op een hoog niveau van bhakti. Zijn guru-niṣṭhā
was verbazingwekkend. Met zijn leven in zijn hand liep hij naar voren en bood
zich aan in dienst van Guru Mahārāja. Guru-niṣṭhā is de ruggegraat van bhakti. Ik heb veel guru-sevakas gezien, maar pūjyapāda Vāmana
Mahārāja’s dienstverlening aan zijn Guru
Mahārāja met lichaam, geest, woord en gevoelens was buitengewoon.
Een dergelijke guru-sevaka is in
deze wereld zeldzaam. We bidden aan hem, terwijl hij betrokken is in de
eeuwige dienstverlening aan Śrī Gurudeva en Śrī
Śrī Rādhā-Kṛṣṇa, dat hij ons allemaal
genadig is, zodat wij ook guru-sevā
met niṣṭhā kunnen
uitvoeren zoals hij en op die manier ons leven kunnen wijden aan śrī guru en zijn missie.
In het Engels
vertaald door het Team van Rays of The
Harmonist
Dit artikel "Herinneringen aan Sri Srimad Bhaktivedanta Vamana Gosvami Maharaja" kan worden gedeeld met insluiting van de licentie Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported (CC BY-SA) onder vermelding van auteur, Sri Srimad Bhaktivedanta Narayana Gosvami Maharaja, Rays of The Harmonist, Tweemaandelijkse Centenaire Publicatie, No. 13 en Pro Deo Uitgever Jaya Radhe, Nederlandse vertaling: Indira dasi.
www.creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.nl
www.purebhakti.com/resources/harmonist-monthly/112-srila-bhaktivedanta-vamana-gosvami-maharaja/1726-remembering-sri-srimad-bhaktivedanta-vamana-gosvami-maharaja
www.jayaradhe.nl/harmonist_herinneringen-aan-sri-srimad-bhaktivedanta-vamana-gosvami-maharaja.htm
|