Wat is de meest ernstige vorm van
Nāma-aparādha?
door
Śrīla Bhaktisiddhānta
Sarasvatī Ṭhākura Prabhupāda

Vraag 1
Hoe kan men in een enkel leven perfectie bereiken?
Antwoord: Als men zijn vrije wil opgeeft en zich volkomen
overgeeft aan śrī gurudeva en dan onder zijn leiding en zonder
bijbedoelingen bhajana uitvoert, bereikt men perfectie in een enkele levensduur.
Vraag 2
Op welke manier kan men Śrī Bhagavān kennen?
Antwoord: Men zal de kathā van Bhagavān van de
lotuslippen van śrī gurudeva met vertrouwen moeten horen. Er is
geen andere manier om Śrī Bhagavān te kennen dan door zich met
hart en ziel aan de lotusvoeten van śrī gurudeva over te geven.
Alleen iemand, die dat doet, kan Śrī Bhagavān kennen.
Vraag 3
Wat is de meest ernstige vorm van nāma-aparādha
of overtreding tegen de heilige naam?
Antwoord: De meest fatale overtreding is śrī
gurudeva als een gewoon mens beschouwen. Door hem te blijven zien als
louter een sterfeling kan men zelfs na miljarden wedergeboorten geen voordeel
behalen. Iemand met een dergelijk aards begrip van de guru zal in bhakti
allerlei soorten hindernissen tegemoet treden en het gevaar lopen om in de oceaan
van materiële verlangens te verzinken. Behalve de lotusvoeten van
śrī guru kan niets ons redden uit de ketenen van schadelijk
gezelschap. De jīva is niet in staat zich aan de lotusvoeten van
śrī gurudeva over te geven alleen omdat hij śrī
gurudeva als een gewoon mens beschouwt.
Vraag 4
Wat is de functie van de ācārya?
Antwoord: De ācārya draagt de boodschap van
Śrī Bhagavān. Hij komt ons de boodschap van Vaikuṇṭha
brengen. Men moet die boodschap van Vaikuṇṭha van de lotuslippen
van śrī guru aanvaarden via oren met een dienstverlenende houding.
Is er volle overgave, dan kan men met de genade van de ācārya alles
bereiken. Niemand kan de boodschap van Vaikuṇṭha op accurate
wijze overbrengen dan alleen de inwoners van Vaikuṇṭha. Om iets over
Calcutta te kunnen weten, moet je het horen van iemand, die Calcutta heeft gezien.
Dan alleen krijg je ware informatie over Calcutta.
Vraag 5
Wat is de ware betekenis van sannyāsa?
Antwoord: Het uitvoeren van ononderbroken bhajana van Hari
is ware sannyāsa. De sannyāsa of de verzaking van de toegewijden
van Śrī Bhagavān bestaat uit het afwijzing van lustbevrediging
(bhukti) en bevrijding (mukti). De toegewijden verzaken het verlangen
naar zintuiglijk plezier en bevrijding en nemen hun toevlucht tot de lotusvoeten van
Bhakti-devi.
Vraag 6
Wat is de functie van de sādhu?
Antwoord: De functie van de sādhu is vierentwintig
uur per dag in contact blijven met de Absolute Waarheid. Door met een
dergelijke levende bron, of levende sādhu, om te gaan en hari-kathā
van hem te horen zal men onvermijdelijk vertrouwen in Bhagavān ontwikkelen,
waardoor tevens de dienstbare houding gaat ontplooien. Men moet dan ook met
een sādhu omgaan om een sādhu te worden. Als we met
een sādhu associëren door ons aan hem over te geven, wordt alles, dat
een belemmering vormt, zonder twijfel uitgewist. De functie van de sādhu
is immers om de angst en zorg wegnemen van degenen, die hun toevlucht bij hem zoeken of
met hem associëren, en om hen geluk te geven.
Het gezelschap van een sādhu kun je vergelijken met
een batterij. De functie van de sādhu is de mensen van de wereld, die
gekeerd zijn tegen Bhagavān, tot Hem toegenegen te maken. Alleen dit is het
ware mededogen voor het levend wezen (jīve dayā). Als men
sādhu-saṅga ernstig neemt, is eeuwig voordeel onvermijdelijk.
De enige aanwijzing van iemands diepe ernst in de aanvaarding van sāhu-saṅga is, dat hij gewillig luistert naar de kathā
van de sādhu en zich aan hem overgeeft en zijn leven overeenkomstig
besteedt, waarbij hij is verzonken in toegewijde dienst. De bezigheid van de sādhu
is geconditioneerde zielen, zoals wij, te bevrijden uit de ketenen van māyā.
Vraag 7
Welke soort perspectief moeten we aanvaarden om zeker te zijn van onze vooruitgang?
Antwoord: Als we kunnen zien, dat het hele universum dienst verleent aan
Śrī Bhagavān, zullen we nooit verdriet ervaren.
We moeten kathā horen over de manier, waarop we Bhagavān
kunnen dienen, van iemand, die ons Bhagavān kan laten zien en die Hem vierentwintig
uur per dag dienst verleent. Dit is de enige manier om ons eeuwige, spirituele welzijn te
bewerkstelligen. De sādhus, die bhaktas of toegewijden van
Bhagavān zijn, zien met hun devotionele ogen constant
Śyāmasundara Kṛṣṇa in hun hart. Door associatie
met en de genade van dergelijke sādhus kunnen wij Bhagavān ook in
ons hart zien.
Zonder maar een ogenblik te verliezen zijn we constant druk met dienstverlening aan
Bhagavān. We moeten dienst verlenen en uitsluitend in het gezelschap van
sādhus blijven. Door constant in dergelijke sādhu-saṅga
te blijven wordt onze neiging tot dienstverlening voortdurend versterkt.
Bhagavān vervult feilloos iedere wens van Zijn overgegeven bhaktas en
wijst hen nooit af – kṛṣṇa sei satya kare, jei māge bhṛtya (Śrī Caitanya-caritāmṛta, Madhya-līlā,
15.166). Alleen Śrī Bhagavān kan ons beschermen door ons Zijn toevlucht te
bieden. Behalve Hij heeft niemand anders dat vermogen. Met een dergelijk
vastbesloten vertrouwen kunnen we vrij worden van angst en zorgen en gelukkig
en succesvol worden. Kṛṣṇa is de belichaming van alles dat
gunstig is en als we volkomen vertrouwen hebben in Zijn natuur om gunsten te
schenken, krijgen we zeker dergelijk voordeel. Woorden kunnen het grote goedniet
tot uitdrukking brengen, dat wordt bereikt door zich volkomen aan de lotusvoeten
van Bhagavān over te geven.
Vraag 8
Is het Godsbeeld (śrī-vigraha) Bhagavān Zelf?
Antwoord: Natuurlijk. Het Godsbeeld van Kṛṣṇa is Kṛṣṇa Zelf: “pratimā nahā tumi—sakṣat
vrajendra-nandana – Je bent geen standbeeld, Je bent rechtstreeks de zoon
van Nanda Mahārāja” (Śrī Caitanya-caritāmṛta,
Madhya-līlā, 5.96). Het Godsbeeld is de vererenswaardige incarnatie van Bhagavān. De Godheid (iṣṭa-deva) van het hart van de
sādhu manifesteert Zich uiterlijk als het Godsbeeld.
Vraag 9
Waar kan iemand zijn guru vinden?
Antwoord: Degene, die Śrī Kṛṣṇa, de belichaming
van mededogen, uitkiest om naar jou te sturen als jouw guru,
zal zich extern voor jou manifesteren als de mahānta-guru, de guru
in de gedaante van de allerbeste, levende sādhu. Door de genade van
Bhagavān krijgen we een guru en door de genade van de guru
kunnen we Bhagavān bereiken.
Iemand krijgt een guru volgens zijn bepaalde bestemming. Verschillende soorten
mensen hebben een verschillende aanleg en daarom stuurt Bhagavān, die alles weet, hen
allemaal een bepaald type guru. Er zijn personen, die
niṣkapaṭa-kṛpā, de ware genade van Bhagavān, willen hebben en voor hun eeuwige welzijn volkomen van Bhagavān afhankelijk zijn.
Bhagavān, die blij is met oprechte personen met een simpel hart, manifesteert Zich voor hen als
de guru, om hen genade te schenken. Maar degenen, die
kapaṭa-kṛpā, de misleidende genade van Bhagavān,
willen hebben, krijgen volgens de bepaalde aanleg van hun hart een zogenaamde guru,
die wordt gestuurd door māyā, het externe vermogen van Bhagavān.
Voor iemand, die oprecht is, bestaat er geen belemmering. Hij zal heel snel een bonafide
guru ontmoeten.
In het Engels vertaald door het Team van Rays of The Harmonist
Uit Śrīla Prabhupādera Upadesāmṛta
Voor deze on-line presentatie zijn de vragen opnieuw genummerd
_________________________
Śrīla
Prabhupādera Upadesāmṛta is een compilatie van Srila
Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura
Prabhupada’s instructies in de vorm van vraag-en-antwoord
Dit artikel kan worden gedeeld met insluiting van de licentie Creative Commons
Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported (CC BY-SA) onder vermelding van auteur, Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Thakura, Tijdschrift Rays of The Harmonist, Jaargang 1 & 14, No. 5 en Pro Deo Uitgever Jaya Radhe, Nederlandse vertaling: Indira dasi.
www.creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.nl
www.purebhakti.com/resources/harmonist-monthly/37-year-1/953-what-is-the-most-severe-nama-aparadha
www.jayaradhe.nl/harmonist_de_meest_ernstige_nama-aparadha.htm
|