Menu:   Nederlands   Engels


Associëren met Sādhus

30 maart 2022


śrī śrī guru gaurāṅgau jayataḥ!

Rays of The Harmonist

Tweemaandelijkse Centenaire Publicatie, Uitgave No. 17
Gepubliceerd 28 maart 2022


Ter ere van het honderdste verschijningsjaar van
nitya-līlā praviṣṭa oṁ viṣṇupāda

Śrī Śrīmad Bhaktivedānta Vāmana Gosvāmī Mahārāja



Opgedragen aan en geïnspireerd door
nitya-līlā praviṣṭa oṁ viṣṇupāda

Śrī Śrīmad Bhaktivedānta Nārāyaṇa Gosvāmī Mahārāja




Associëren met Sādhus


Passages uit het te verschijnen boek A True Servant, A True Master,

een brievenbundel van

Śrī Śrīmad Bhaktivedānta Vāmana Gosvāmī Mahārāja

Verschijnt voor het eerst in het Engels (en het Nederlands)



vamana Zij die rechtstreekse darśana hebben, riskeren dikwijls een misverstand. Het gezegde, “Vertrouwdheid leidt tot verachting” is daarvan een bewijs. Ofschoon hiermee de nabijheid tot śrī guru en Vaiṣṇava’s niet wordt verboden, dient over de uitspraak “vando muī sāvadhāna-mate – ik eerbiedig śrī gurudeva met de grootste omzichtigheid” zorgvuldig te worden nagedacht. Het is dus noodzakelijk om in overweging te nemen, of pratyakṣa (rechtstreeks) of parokṣa (indirecte) darśana beter is. De woorden sādhu, guru en śāstra voorzien, wat dit betreft, in het beste bewijs. Hun onderscheidende begrippen zijn altijd en voor iedereen van toepassing. Met indirecte dienstverlening bereik je hetzelfde resultaat als met het uitvoeren van rechtstreekse dienstverlening. Hierover bestaat geen twijfel. Hierover hoef je geen hoofdbrekens te maken (Uit: Brief 8, aan Umā Dīdī, 12 augustus 1971).

De onvoorwaardelijke genade van sādhu en guru omvat alles, dat de ziel nodig heeft... Een simpel hart en vrijheid van overtredingen stellen jou in staat om de gratie van Hari, guru en Vaiṣṇava’s te waarderen (Uit: Brief 11, aan Umā Dīdī, 7 april 1972).

Het zelfstandig lezen van spirituele teksten leidt dikwijls niet tot het ware resultaat van horen en reciteren van hari-kathā. Daarom blijft het van belang om de klank uit de mond van sādhu en guru te horen. Alleen in een siddha (geperfectioneerde) mantra is al het vermogen manifest en dat alleen geeft speciale resultaten. Vandaar, dat de hari-kathā uit de mond van toegewijden meer voordeel en welzijn biedt [dan uit spirituele teksten]. Droge sceptici, die zijn verstoken van sādhu-saṅga, kunnen de noodzaak en het aantrekkend vermogen van sādhu-saṅga niet waarderen (Uit: Brief 14, aan Umā Dīdī, 26 juli 1972).

Studeren en cultiveren van bhagavat-kathā onder leiding van een sādhu is ware sādhu-saṅga (Uit: Brief 14, aan Umā Dīdī, 26 juli 1972).

Sādhus en guru nemen geen aanstoot aan de fouten en blunders van de kaniṣṭha. Dit is hun edelmoedigheid en vriendelijkheid. Ze beschikken overal over een liefdevolle visie en zijn verankerd in de dharma, waarin ze geen eer voor zichzelf verwachten en ieder ander de eer gunnen. Guru en Vaiṣṇava’s zijn adoṣa-daraśī  (ze zien geen fouten). Ze zijn optimisten. Ze hebben geen pessimistische visie, waardoor ze uitermate empathisch en beheerst zijn (Uit: Brief 15, 12 november 1972).

Je zou de gelegenheid moeten nemen om dikwijls naar śrī maṭha te gaan om naar lezingen en kīrtana te luisteren. Dat zal bijzonder heilzaam zijn voor jouw sādhana-bhajana. Directe sādhu-saṅga is veel zeldzamer dan sādhu-saṅga in de vorm van heilige grantha teksten en het geeft grotere resultaten (Uit: Brief 26, 26 juni 1975).

Sādhus wijden zich aan het bijstaan van anderen. Ze offeren hun leven op ten gunste van levende wezens en ze voelen de pijn van anderen. Hun speciale plicht en levenslange gelofte is het verdrijven van onwetendheid en twijfels bij anderen. Ondanks dat ze worden gekweld door vlijmscherpe vragen van degenen met een zwak vertrouwen, beantwoorden ze alle vragen op een rustige en gestage manier, waarbij ze alleen aan het welzijn van de ziel van het levend wezen denken. Door toevlucht te nemen tot de vererenswaardige voeten van dergelijke verheven persoonlijkheden wordt alle onheil van de jīva verdreven. Dit is een vaststaand feit. Omdat ze genadig zijn, schenken ze kwalificatie zelfs aan iemand, die ongekwalificeerd is. Daarom zijn ze mahā-mahā-vadānya (zeer, zeer grootmoedig) (Uit: Brief 33, 23 juli 1976).

Het cultiveren van śrī nāma en bhagavat-kathā in het gezelschap van sādhus is ware eenzaamheid; dat is het enige, waarnaar ik hunker (Uit: Brief 43, 21 november 1977).

Zonder de genade van sādhu en guru kan de rusteloze geest niet worden ingetoomd (Uit: Brief 50, 17 februari 1979).

Je schreef, dat jouw plek daar verstoken is van sat-saṅga. De transcendente boeken zijn jouw sādhu-saṅga, welke niet wordt gezien, maar niettemin waarachtig (parokṣa) is, dus waarom heb je geschreven, dat in jouw streek een afwezigheid van sat-saṅga heerst? Waarom zou er een gebrek zijn aan sādhu-saṅga voor degenen, die de grondeloze genade hebben gekregen van sādhu, guru en Vaiṣṇava’s? In de geschriften is de sommatie gegeven om tijdens verblijf in verre landen te denken aan Śrī Hari, guru en Vaiṣṇava’s (Uit: Brief 69, 28 maart 1984).

In het Engels vertaald door het Team van Rays of The Harmonist



cc by-sa.png Dit artikel "Associëren met Sadhus" kan worden gedeeld en verspreid met insluiting van de licentie Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported (CC BY-SA) om ervan verzekerd te zijn, dat het altijd vrij toegankelijk blijft. Gebruik onder vermelding van auteur, vertaler en uitgever.

Referenties:
Licentie: www.creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.nl
Auteur: Sri Srimad Bhaktivedanta Vamana Gosvami Maharaja, "Associating With Sadhus"
Rays of The Harmonist On-line, Tweemaandelijkse Centenaire Publicatie, No. 17

Vertaler Nederlands: Indira dasi (CC BY-SA), "Associëren met Sadhus"
Uitgever: Jaya Radhe, Pro Deo Uitgever




TOP


DIT DOCUMENT IS BESCHIKBAAR ALS PDF

title=""